“Intuïtief merk ik gewoon dat Vlamingen vanuit een meer bescheiden positie dingen proberen [te] bereiken”, zegt doctor in de psychologie Erna Claes in een klein, onbelangrijk berichtje in De Morgen (06/03). Ik glimlachte vanwege het mooie compliment, zelfs na de wankele bewering dat de Vlaming assertiever is dan gedacht omdat zes op de tien zichzelf assertief vinden volgens een CM enquête.* De rest van het artikel haalt ook nog aan dat ‘wij’ de harde confrontatie uit de weg gaan, maar niet te beroerd zijn om onze mening te geven. Dat lijkt me ook wel praktisch, aangezien de harde confrontatie er zowat altijd voor zorgt dat beide zijden zich achter hun schild verschuilen en gewoon wat naar elkaar roepen.
Een leuk, positief berichtje dus. Nee, natuurlijk niet, anders zou ik dit niet schrijven. Ik wil me opwinden, verdorie!
Want na het citaat waarmee ik deze post begon, volgt er nog het volgende: ‘Toch is dat niet altijd slecht: “Elk gedrag heeft zijn waarde.”’ Oooh, de pedanterie. Degoutant vind ik dat, zo neerkijken op het concept bescheidenheid. Van Claes kan het me niet veel schelen, zij is immers ‘gespecialiseerd in assertiviteitstraining’, waaruit ik afleid dat ze a) Nederlandse is** en b) mensen minder aangenaam maakt in de dagelijkse omgang. Maar de zin ‘Toch is dat niet altijd slecht’ getuigt van zo’n verwrongen wereldbeeld, waarbij bescheidenheid als iets negatiefs wordt ervaren. Bah.
Om maar te zeggen: dat kan ik beter!
* De meerderheid vindt zichzelf altijd bovengemiddeld, en waarom ook niet.
** Of misschien ook niet; waarschijnlijk mijn licht nationalistische (of zijn zelfs onze noorderburen al een ander "ras") insteek. Het waarheidsgehalte van b) kan u best ook in twijfel trekken.