zondag, november 28, 2004

Ik spring op een vliegmachien

Ik weet niet of het praktisch gezien haalbaar is, maar het is de beste beeldspraak die ik kon ('kan'?) verzinnen.
Bear with me.

Ik ben vandaag naar de top van een berg geklommen. Maar ik had mijn parachute bij; ik heb mijn parachute altijd bij. 'Het drong tot me door dat alle schrijvers die iets te betekenen hebben een valscherm dragen' aldus Pol Hoste.
Ik had aan het vliegtuig gevraagd om rond een bepaald uur voorbij te vliegen - niet te vroeg, want ik moest nog andere dingen doen op de berg - maar ik heb nooit antwoord gekregen, slecht vage, ongegronde hoop.
Ik had gehoopt dat ik het vliegtuig zou zien, stralend onder de ijle zon. Dan zou ik springen, of ik zou het niet durven. Moest ik springen, dan kon ik ofwel opgevangen worden, ofwel heel diep vallen, verplicht mijn parachute te gebruiken of eronder door gaan.

Ik heb geen vliegtuig gezien; ik ben terug naar beneden gewandeld.
Ik had nog liever mijn parachute moeten gebruiken...

zaterdag, november 27, 2004

Hippe politieke correctheid

Ik ga niet klagen; deze keer niet, alleszins.
Ik zou het kunnen doen, zonder twijfel. Bijvoorbeeld over de prof van de KU Leuven (ofte KU Uit-zijn-voegen-gebarsten-boerendorp-waarvan-de-kerk/Kerk-nog-altijd -het-middelpunt-is; no offence) die zegt dat turbotaal helemaal niet zo erg is, want 'nu schrijven ze tenminsten, vroeger zeiden ze wat ze nu in een smsje zetten'; en jonge delinquentjes die van de politie wegrennen zijn ook goed, want die doen tenminste nog aan sport.
Oh boy...

Maar neen! Ik ga niet klagen!
Ik ga mezelf het kleed van de politieke correctheid aanmeten, kwestie van de mode niet altijd naast mij neer te leggen.
Ik heb vandaag een tamelijke wandeling gemaakt. Ik was van plan om in het Paters Vaetje een interactieanalyse te gaan maken en pakt dus tram 4 naar de Groenplaats. Alles zat vol, dus ben ik de Meir overgechokkeld (het is eigen aan mij) om aan te komen aan de UGC. Toch maar geen filmpje, naar de Rooseveltplaats en daar naar rechts, de tramsporen volgen. Ik had een reden om die weg te kiezen, maar het was mijn reden, en die doet nu niet terzake. Niettemin heb ik een dik anderhalf uur non-stop door 't stad gewandeld, en ik kan maar één conclusie trekken:
Lang leve onze samenleving!
Er leven iets meer dan anderhalf miljoen mensen in de provincie Antwerpen. Laten we er vanuit gaan dat ongeveer de helft hiervan, een ruwe 750.000, in 't stad zelf woont. 750.000 mensen op een uiteindelijk niet al te groot lapje grond.
Dit is een reusachtig aantal (alle relativiteit even terzijde), maar kijk eens om u heen: openbaar vervoer, openbare rioleringen, brandweer, politie, ziekenzorg, doorstromend verkeer (wel, ja), consumptie goederen en levensmiddelen voor iedereen,...
En wordt er iemand overvallen, dan is het grote paniek, het einde van de maatschappij zoals wij die kennen... Maar wat met al die mensen die dagelijks niét worden overvallen?
Ikzelf ben persoonlijk verbaasd dat het aantal gelijkaardige problemen zo laag ligt, als je kijkt naar de hoeveelheid mensen die op zo'n kleine oppervlakte samengehokt zitten.

Wat heeft dit tot gevolg?
Ik ga morgen een hoofddoek aantrekken en Filip Dewinter eens 'oep z'n mulle sloan'; zo heeft die jongen ook nog eens degelijk bewijs voor zijn standpunten, bij gebrek aan rationele argumenten.

vrijdag, november 26, 2004

Standing down

De boog kan niet altijd gespannen staan; nu ja, het universum kan ook niet altijd bestaan, maar vanuit mijn oogpunt doet het toch goed z'n best.

Genoeg gezeverd, of ik vergeet nog wat ik wou schrijven (vreemd, trouwens, maar ik heb bij 'schrijven' een veel sterkere connotatie van creativiteit, terwijl typen me eerder een menial task lijkt).

Gisteren heb ik 'The Incredibles' gezien. Ondanks wat iedereen er over zei en schreef had ik geen al te hoge verwachtingen; de trailer, waarin Mr. Incredible zich in zijn pak probeert te wringen, deed me immers denken aan 'In de gloria': grappig in het begin, maar lang voor het einde afgezaagd. De trailer zit niet in de film zelf.

Het verhaal is niet meer dan een kapstokje: simpel, voorspelbaar, maar wat had u dan ook verwacht.
De graphics (want dat zijn het, willen of niet) zijn ronduit subliem en bij sommige scenes zonder mensen leek het haast echt, je te jure. De 'acteurs' zijn allemaal tot in de details gemodelleerd (?) naar de perfecte stereotiepen en passen perfect, evenals de stemmen die elk personage volledig tot hun recht laten komen (en Holly Hunt klinkt als Jodie Foster. Ook een Canadese?).
Een groot deel van de humor vloeit voort uit de combinatie tussen een dagdagelijks gezinsleven en vijf gezinsleden met superkrachten ('No forcefields in the house! - 'You started it!) en is enorm leuk. Niet alles volgt de pure logica, maar het blijft wel logisch in z'n eigen continuüm (i.t.t. Alien vs. Predator, bijvoorbeeld).
Ook de muziek verdient een vederbos; ze past perfect, zonder echt op te vallen, terwijl ze zowel de actie als het vreemde 70's sfeertje versterkt. 70's sfeertje? Wel, ja, vreemd genoeg hangt er een vage James Bond meets the Thunderbirds waas over het geheel, die ik persoonlijk zeer te smaken vond.

Maar zoals ettelijke miljoenen wijze mannen reeds hebben gezegd: over smaken en kleuren valt niet te twisten (taal naar keuze), dus ga de film zien en geniet in stilte...

donderdag, november 18, 2004

Het toastje bij de korrel zout

U zou ondertussen al moeten weten dat vrijwel alles dat ik zeg met een korrel zout genomen moet worden.
In het volgende geval kan u echter best de halve Dode Zee ontginnnen.
Het is maar dat u het weet...


Algemene Kunde

Een aflopende zee,
veelkleurig en luid;
maar ik vind je altijd,
en staar naar je melkbruine huid.

Niemand luistert naar wie spreekt,
maar mijn oren werken zelfs niet meer,
want ik hoor je gezicht en je haar,
ik proef je gefluister en ik ruik je hart,
die ene keer...

Zo mooi, zo puur,
ik voel me vies, vuil;
wie ben ik om dit te ontheiligen?
Ik drink, en ik huil.

woensdag, november 17, 2004

Zelfevaluatie

Hoe langer ik leef, hoe meer ik gechoqueerd word. Vroeger was dit zelden het geval, maar hoe meer ik sociaal contact heb, als is het maar een tram delen met verschillende mensen, hoe meer het voorkomt dat ik me afvraag of ik nu gek ben geworden, of de wereld nu gewoon niet goed meer bij haar hoofd is.

Misschien ben ik te archaïsch, misschien ben ik te idealistisch of misschien ben ik gewoon zo schizofreen dat ik mijn utopie niet meer van de echte wereld kan onderscheiden - wel, op de momenten dat deze doorbroken wordt na.
U weet dat ik van voorbeeldjes houd (of bij gebrek hieraan, beeldspraak) dus ga ik ze u ook deze keer niet onthouden.
Toen ik vanmiddag even na zessen, en na veel vijfen en zessen (die opdringerige vriendinnen altijd) op de tram was geraakt, kon ik weer voor de zoveelste keer alleen maar meewarig mijn hoofd schudden. Het was niet druk, maar ook verre van leeg. Ik had me iets achter de middelste deur geplaatst, evenwijdig met de rijbaan zodat ik zo min mogelijk de doorgang blokkeerde. Een beetje achter mij zaten er twee mensen op een dubbel bankje die elkaar niet kenden, aangezien degene aan de binnenkant half met zijn rug naar de andere zat en aan het babbelen was met iemand die rechtstond. En het was die persoon wiens gedrag mij schokte. Hij stond haaks op de rijbaan en nam drie vierde van het gangpad in, hetgeen natuurlijk min of meer zijn goed recht is. Toen er echter iemand met een tamelijk grote rugzak naar achter wou, bewoog hij niet. Hij verschoof zich nog geen millimeter, zodat de andere tegen het stoeltje ernaast en half over de persoon die erop zat gedrukt werd. De man bleef voort babbelen alsof er totaal niets aan de hand was.

Why, oh, why?

Nu, goed, dit komt van iemand die zijn muziek veel zachter zet als hij op trein, tram of bus zit om zijn medereizigers niet te storen en bij het wandelen rondspringt als een dartele hinde om andere mensen te ontwijken.

Ach, misschien moet ik het maar gewoon opgeven en mij ook beginnen te gedragen alsof ik alleen nog maar rechten heb, en geen plichten meer, sociale of andere. Kwestie van geen paria te worden...

dinsdag, november 16, 2004

Dinsdagnamiddag; 16:50

De les is net gedaan en ik begin rustig mijn spullen in te pakken.
Ze zat vier rijen voor mij - recht voor mij - en ik kijk naar haar terwijl ze zich op de tamelijk plotse winterkoude begint te kleden.
Op weg naar buiten word ik tegengehouden om nog een blad te krijgen van een les die ik had gemist. Wanneer ik opnieuw naar haar wil kijken, is ze weg. Ik blijf dan ook niet babbelen zoals ik normaal doe, maar wandel gezwind de trappen op.
De eerste keer dat ik haar had aangesproken was zij me toevallig voorbijgewandeld, alleen, en ben ik erin geslaagd om met trillende benen haar naam te vragen. Een week later had ik haar via dezelfde weg zien wandelen, maar was ze vergezeld van 2 vrienden: ik te timide.
Nu volgde ik dezelfde weg, in de hoop haar te kunnen vragen of ze niet onmiddelijk iets wou gaan drinken.
Helaas, ik kom aan de plaats waar ik vermoed dat ze haar tram neemt, zonder haar te zien. Een halve minuut later is ze nog steeds niet in zicht en wandel ik door. Via een omweg richting huis, ik kom nog mensen tegen, uiteindelijk pak ik toch een tram.
Als ik afstap besluit ik om thuis nog even uit te stellen. De muziek die door mijn oortjes komt vang ik nog amper op; ik wandel slechts, een voet voor de andere, het dichtste dat ik ooit zal komen bij een meditatieve staat.
Op het plein aangekomen zet ik me neer en steek ik een sigaret op. De koude raakt me niet echt meer.

Ik geloof eerst niet goed wat ik zie, knipper, kijk weg, trek van mijn sigaret. Haar lippen bewegen nu en ik haast me om de oortjes uit mijn oren te trekken.
"Dag, Folker." zegt ze nogmaals.
Het normale 'Goeieavond.' verandert op weg naar mijn mond in "Wat doe jij hier?"
Haar mondhoeken zakken een beetje. "Ben je niet blij om me te zien?"
Ik schuif symbolisch een beetje op en klop met mijn vlakke hand naast me op de stenen trede.
"Integendeel, ik had het gewoon niet verwacht."
Haar schoonheid betovert me eens te meer; ik weet niet meer wat te zeggen en haal dan maar mijn pakje sigaretten boven. Ze weigert beleefd.
"Nee, dank je. Ik rook niet."
Ik gooi mijn eigen sigaret weg.
"Ik ben je gevolgd."
Mijn hart springt op.
"Ik wou niet meer wachten tot vrijdag, maar je verdween elke keer voor ik iets kon zeggen. Het is maar goed dat onze halve richting door jou weet wie ik ben, blijkbaar."
Ik ontwijk haar blik en begin te blozen, in de war over of dit nu een verwijt is of niet.
"Folker."
Ze pakt mijn hand vast en ik kijk haar aan.
"Nu ben ik pas je engeltje."
Haar lippen op de mijne; geluk is helemaal niet moeilijk te bereiken...



Ziet u? Dit is waarom ik mijn wereld prefereer boven die van jullie: in die van mij is alles veel simpeler, tot en met de relativiteit van realiteit...

zondag, november 14, 2004

Er zijn dingen die een mens beter binnenskamers kan houden

ikke zeg mijn naam als gij late zien u piet, een foto en een verhaaltje over u piet op u website tege volgende week ( of sneller) en ik zeg je men naam WOALAH


Dit is, zoals u zelf kan lezen, een comment op 'Een trutje'.
Eerst en vooral een aantal verduidelijkingen:
Ik heb niets tegen homo's, nooit gehad; daarenboven ben ik zelf al veel te vaak voor fag, choco, homo, en wat nog allemaal meer uitgemaakt om het zelf nog zonder schuldgevoel te doen, dus dat zal ik ook slechts zeer sporadisch doen en enkel bij mensen die weten dat ik een grapje maak.

Ik heb ook niets tegen perversies (let wel, ik maak een hemelsbreed verschil tussen de twee, en dat niemand anders durft te beweren), zolang ze binnenskamers blijven, of toch alleszins de medemens niet storen. Uitwerpselen, latex, dieren, doe ermee wat je wil, zolang je er mij maar niet mee lastigvalt.

Ik heb echter wel iets tegen opdringerige mensen, op sociaal vlak, maar nog veel meer op relationeel/sexueel vlak. Zo was er in Thailand een jongen die blijkbaar verliefd op mij was, of alleszins op mij kickte, en die na herhaaldelijke afwijzingen alleen maar hardnekkiger werd.
Not nice, en ik ben er zeker van dat dat beaamd zal worden door minstens een paar vrouwen (mannen lijken sneller opdringerig te zijn, lijkt me). Ook opdringerige vrouwen verdienen kletsen; ze mogen dan zeldzamer zijn, ze zijn er wel.

Deze trut, die de comment heeft geschreven, overtreedt twee van wat eigenlijk sociale basisregels zijn.
Ten eerste getuigt zijn voorstel van een enorme mate van perversiteit en aangezien hij mij kent (alle tekenen wijzen in die richting) weet hij sowieso dat dat niet mijn ding is; de anderen (u, de lezer dus) hebben hier waarschijnlijk nog minder boodschap aan (en is dit wel zo, het internet is groot, u amuseert zich wel).
Ten tweede heb ik al duidelijk laten merken dat ik zijn manier van doen niet kan apprecieren, maar zijn enige reactie daarop is een verdubbeling van de inspanning die hij levert om zijn uitspraken ver onder de grens van de marginaliteit te houden.

Waar mensen hun energie allemaal insteken en me mijn energie aan laten verspillen...

woensdag, november 10, 2004

Davdmc; deel 3

Het spijt me, ik ben nog een pijnpunt vergeten.

Persoon a zegt: 'toestand A is me zo vreemd, dat het me overvalt op die zeldzame momenten dat het voorkomt.

Persoon b zegt: 'a, jij bent Mister A!'

Hoe komt dit? Stupiditeit? Onoplettendheid?
Niettemin, een van de twee is een leugenaar, en de grootste authoriteit op het vlak van persoon a is misschien niet persoon a zelf, maar hij zal er - i.t.t. persoon b - alleszins zeer dicht bij in de buurt komen.

ps: Ik ga een paar dagen aan weblog onthouding doen, of ik ga het minstens proberen. Kwestie van het niveau boven het absolute nulpunt te houden en mijn inspiratie terug een beetje op pijl te brengen. En omdat ik hoop om tijdens de komende vier dagen veel te studeren en weinig te doen...

Een trutje

Vrijwel iedereen die mijn log leest vindt het minstens 'leuk'. Er zijn er ook die vinden dat het over niets gaat, zoals ik al zei; mij even goed.
Er is onlangs echter nog een trutje opgedoken die een andere mening propageert.
Hoewel, neen, dat is misschien niet helemaal juist. Aan een andere mening zou ik mij niet zó hard ergeren.
Want wat doet dit trutje? Het zevert, vulgair, nietszeggend, nietsbetekenend, plat, pervers.

Maar waarom?
Misschien is zijn leven zo oninteressant, waarschijnlijk is hij zeer eenzaam.
Arm kindje...

dinsdag, november 09, 2004

Voer voor voyeuristen

Ik had verschillende onderwerpen voor opiniestukjes in mijn hoofd, de Kerk (met een K), de Lijn (met een L, jaja, maar kunnen ze verwachten dat wij betalen als ze zelf expliciet voor vertraging zorgen?), maar uiteindelijk heb ik dit allemaal van tafel geveegd, rechtstreeks de koelkast in. Want laten we eerlijk zijn, u bent meer geïnteresseerd in mijn persoonlijk leven dan in mijn mening.

Het is mogelijk dat ik iets te opgetogen gereageerd heb. Het is mogelijk.
Toen ik zei 'ik ga nu volgende week iets met haar drinken' was dat eigenlijk een persoonlijke interpretatie, aangezien ze had gezegd dat ze me volgende week (deze week, ondertussen) ging laten weten wanneer we iets gaan drinken.
Het betreft, zo vertelde ze me vandaag, volgende week vrijdag.
Als gevolg hiervan heb ik mijn irrationeel optimisme ingevroren en plaats laten ruimen voor pseudo rationele scepsis. Ik verklaar mij nader. Ze heeft natuurlijk geen enkele reden om enthousiast te zijn, integendeel zelfs, want nu ik er over nadenk, lijk ik eerder over te komen als bizar en opdringerig.
Het plan om haar vandaag aan te spreken heb ik ook maar laten varen, om die indruk niet nog te versterken. Enfin, dat houd ik mezelf toch voor, maar eigenlijk heb ik ze gewoon nooit alleen getroffen.

Diep vanbinnen ben ik een klein, verlegen jongetje.
Aan de buitenkant ben ik een verlegen jongetje.
Tja...

...

Liefde moet niet puur zijn.
Ze moet niet tijdloos, stralend of verheven zijn. Geen maan aan de voeten, noch een deken van sterren rond de schouders; geen eeuwige trouw, laat staan een trouwe eeuwigheid.

Want als liefde ís, is ze al mooi genoeg...

zondag, november 07, 2004

De ondraaglijke onzinnigheid van mijn log

De commentaar die ik het meeste krijg, is dat mijn blog 'over niets gaat' of, iets sterker uitgedrukt, dat het 'een hoop onzinnige zever is'.

Inderdaad.
Dus, bij deze, prozaïsche sf poëzie, of poëtisch sf proza, u mag zelf kiezen.
En durf nu nog eens te beweren dat ik met dit alles een bedoeling heb.

Tot stof zult gij wederkeren

Folker Debusscher

De nutteloosheid van het leven stond in scherp contrast met het belang van het zijn.

Geconcentreerd licht vulde de oneindige leegte, de zielen van de soldaten vulden de hel.

Twee strijdende vloten; reusachtige vormloze wezens met ontelbare tentakels.

Een onbeschrijfbare poëzie die werd verdronken in het geschreeuw van de stervenden.



Drie verlieten er de basis, zonder versterking, zonder hoop, alleen met elkaar.

Niet meer dan vliegen tussen de monsterformaties; nog minder tegen de galactische achtergrond.

Hun gedachten waren eenduidig; de energie gebundeld, de tranen reeds vergoten.

Zij waren niet gedoemd tot sterven; zij waren al dood.

Alfa, Bèta en Gamma zochten hun weg zorgvuldig tussen explosies en wrakken.

Het doel was alles; falen een al te waarschijnlijke optie.

Angst noch woede dreef hen voort; het was kille wraak die hen naar het hart van het beest leidde.

Geen man, vrouw of kind had ooit hun hart tot liefde beroerd; hun volk des te meer.

Nu de eer van hun mensen was ontnomen, trokken de drie – familie in ziel – ten strijde.



De aartsvijand, het beest; recht voor hen, dichter elke tikkende seconde.

Het lag te wachten, onzeker over het onbekende dat ze brachten.

Elke verdediging die met analytische kilheid werd omzeild deed de angst toenemen.

Als een dodelijk gewond dier begon het alle kanten uit te slaan.

Het enige gevolg was dat de pijl dichter naar het hart drong.



Een licht sidderen en een sidderend wit licht.

De dodelijke lading was vertrokken, het einde te dicht om te bevatten.

De drie wisten het, een kort ‘vaarwel’ het enige afscheid.


Een tweede zon gloeide feller dan de eerste, vraatzuchtiger dan de twee monsters die het vernietigde.

Na het halve moment drukte de duisternis en de stilte van het niets harder dan ooit.

De overlevenden keerden terug; naar vrouw en kinderen, naar ouders, naar de haard.

Naar huis.


De oorlog was voorbij; iedereen had gedaan wat hij moest doen.

De rest was een zorg voor anderen.

Voor later.


En ja, ik weet ook wel dat het geen goed proza is, noch mooie poëzie, noch degelijke science-fiction.
Maar ik kan nu wel sterven in de wetenschap dat ik iets gecreëerd heb dat buiten de sleur van het alledaagse valt. And that's a start...

zaterdag, november 06, 2004

Davdmc; deel 2

Deel 2 is een heel stuk precairder.
Het gaat namelijk over de herhaling die mensen in hun conversaties leggen, en dan meerbepaald in discussies. Waarom is dit precair? Omdat het onbewust gebeurt, en omdat ik dus zelf ook niet met volledige zekerheid kan zeggen dat ik mij er niet aan bezondig.
Maar laat ik het even wiskundig proberen uit te leggen (eens te meer educatieve misvorming, maar deze keer al iets ouder).
Geval 1:
Persoon a heeft een stelling A en legt deze voor aan persoon b. b plaatst hier zijn eigen stelling B tegenover. Het verdere verloop is dan simpelweg a:A b:B a:A b:B ad infinitum.
Volledig naast elkaar, deze discussie is even nuttig als pissen op een fritketelbrand.

Wie doet nu zoiets, hoor ik u al vragen. Wel, goed, misschien is dit iets té gesimplifieerd. On recommence:
Geval 2:
Persoon a heeft een stelling A en legt deze voor aan persoon b. b plaatst hier zijn eigen stelling B tegenover. Om dit te counteren gooit a echter stelling A' in de strijd, hetgeen echter niets anders is dan oude wijn in nieuwe zakken, een herformulering van A. b kan dit natuurlijk niet zomaar over zich heen laten gaan en zegt vol overtuiging: B'. Enzovoort, etcetera, ...

Dit gebeurt wel degelijk, en is uiteindelijk niets anders dan een gecamoufleerde versie van geval 1. Maar niemand doet dit met opzet, natuurlijk, en daar ligt het grote probleem. Want hoe leer je iets af dat je niet wil doen en waarvan je slechts zelden weet dàt je het doet?
Zoals ik al zei, ook ik durf niet met mijn hand op mijn hart te beweren dat ik mij er nooit door laat vangen (wel, goed, ik druf het wel, maar ik zou het zelf niet geloven).

Mijn enige advies is het volgende:
Als je na tien minuten discussie nog altijd aan exact hetzelfde onderwerp zit, verleg je subject dan, of stop de discussie, want de vruchtbare periode is al lang voorbij, en het enige wat er nog inzit, is niets...

donderdag, november 04, 2004

Joepie!

Ik ben er vandaag eindelijk in geslaagd om het engeltje even te strikken.
Haar gezicht verwerd tot een oogverblindende glimlach (ik weet niet of het werkwoord op die manier bestaat, maar u snapt me wel). Ik ga u het gesprek besparen, maar ik ga nu volgende week iets met haar drinken, en er is slecht één uitdrukking die mijn gemoedstoestand momenteel kan weergeven: 'giddy as a schoolgirl'.
Ah, jong zijn, het is toch mooi.

woensdag, november 03, 2004

Waagstuk

"Vier moeders op de fiets met hun kinders in het voor- of achterzitje; onnoemelijk veel trutjes die gaan shoppen en een stuk of wat oh zo stoere (ahum) maar eigenlijk zeer kleine jongetjes van 16 à 17 jaar die hun motoriek nog niet volledig onder controle hebben en bijgevolg waggelen en hard door hun knieën gaan bij het voorbewegen (wandelen zou ik het niet durven noemen) en op geregelde tijdstippen eens op straat rochelen (slikken zal ook te moeilijk zijn).
Folker moet naar school."

"Wat is de herfstvakantie?"


maandag, november 01, 2004

De wijze levensles voor vandaag

Soms moet men iets dat men heeft kwijtraken, voor men de volledige waarde ervan beseft.
(En kijk, weer een open deur ingetrapt)