zondag, december 31, 2006

De laatste benen

31 december. Het einde van het jaar. Toevallig eigenlijk. Persoonlijk had ik liever 31 juli als jaarovergang gehad, maar gelukkig zorgt de opwarming van de aarde ervoor dat mijn nakomelingen er niet afvriezen als ik naar het iet wat zielige vuurwerk aan de Antwerpse kaaien moet gaan kijken van mijn peergroup.

Oil, is there anything it can't do?


Mijn computer loopt ook op zijn laatste benen, maar dat doet hij al sinds ik hem gekocht heb, dus echt druk maak ik me er niet in. Behalve als het geluid vanzelf stiller en terug luider gaat, of als mijn sounddrivers zichzelf mysterieus deïnstalleren tot ik heropstart, of wanneer mijn beeldscherm 'NO SIGNAL' laat zien, maar voor de rest nog wel werkt, of als ik thuiskom en een oneindige heropstart-loop moet oplossen omdat mijn computer plots heeft besloten om de àndere harde schijf als boot disk te gebruiken, een schijf waar 'Windows' uiteraard niet opstaat.
Dan maak ik me wel druk. En ik zucht en los het op. Vreemd genoeg geeft het me een gevoel van... accomplishment. Maar dat is wel goed, want van mijn schoolwerk of mijn schrijven moet ik er niet echt een verwachten, en dat wat ik van mijn spelletjes krijg wordt altijd overschaduwd door het (ongetwijfeld door de maatschappij opgelegde) gevoel van tijdverspilling.

Ik ga geen voornemens neerschrijven, aangezien u hier en hier kan zien dat dit hoogstwaarschijnlijk toch tot niets leidt, maar stiekem formuleer ik ze wel voor mezelf.
U hoort het wel als ik ergens in slaag. En evengoed als ik nergens in slaag.

Daar is een blog toch voor?

dinsdag, december 19, 2006

Twee (ofte 'redden wat er te redden valt')

Ik moet echt stoppen met grote kleurvakken te gebruiken...

1: grote logo's



2: iets kleinere logo's (maar al te klein)

Één (ofte 'schaamtelijke trots')

Het is wat jammer dat Photoshop niet zo makkelijk is om mee te werken als InDesign; en het is ook wat jammer dat ik niet echt een talent heb voor lay-out, laat staan geduld; ik heb allebei voor computerprogramma's, maar dat brengt een mens maar zo ver...

Niettemin, de eerste versie van de eerste druk - bestaande uit één exemplaar - van mijn eerste bundel verhaaltjes.

Moest er een presentatie zijn, u was allemaal uitgenodigd.

maandag, december 18, 2006

zaterdag, december 16, 2006

Hmmmm

Ik ben stomdronken.

Maar op het statement 'ik denk dat uw vriendin uw been...' (iedereen was wat stomdronken), kon ik enkel antwoorden 'Nee, ik vertrouw mijn vriendin volledig. Met mijn leven.'

Echt, ik zie de RGG zodanig graag en heb haar zodanig lief dat het moeilijk wordt om mij de periode (van19 jaar en 95% van mijn leven) vóór ik haar liefhad te herinneren.

Niettemin respect voor Tommy de kok en Bert de 23-jarige die eruit ziet als een zestienjarige.

Man, wat hou ik van Valerie...

vrijdag, december 15, 2006

Citaat van het jaar

'Dat de merkwaardige hersenkoorts genaamd religiositeit weer gretig om zich heen grijpt. En dat we - honderden jaren na de Verlichting - godverdomme nog 'respect' moeten hebben voor wie eraan ten prooi is.'

- (pdw) in antwoord op Humo's eindejaarsvraag 'Wat vindt u de belangrijkste gebeurtenis, evolutie of trend van het voorbije jaar?'

donderdag, december 07, 2006

Two tears and a golden ticket

Niet heel goed geschreven, maar het was nodig; emotioneel exhibitionisme ten top.



Half vijf ’s ochtends

“Het is tijd, meisje.”
Samantha glimlachte. Ze was geen meisje meer, al lang niet meer, maar voor hem zou ze het altijd blijven. ‘Nee, niet altijd.’ Haar hoofd lag op zijn borst en ze liet haar hand over zijn buik gaan. De straatverlichting baadde de slaapkamer in een vreemd oranje licht. “Ga je voor de verandering eens op tijd opstaan, Kaps?”
“Dat is nooit een probleem geweest als ik niet ga slapen.”
Ze hadden niet geslapen; er waren belangrijkere zaken. Sam kuste hem op zijn borst en keek hem aan. “Nu al?”
Hij kuste haar, hongerig, en ze drukte zich tegen hem aan. Even gingen ze er opnieuw in op, geen gedachten, enkel elkaar. Maar uiteindelijk werd de kus verbroken. Door hen. Ze keken elkaar aan, hun voorhoofden tegen elkaar. “Het is tijd, meisje.”

Terwijl Sam de trap opliep, keek Kasper haar na vanuit de deuropening. Ze zag er goed uit, dat kon hij niet ontkennen. Haar lichaam was niet meer dat van een twintigjarige – daarvoor had ze teveel decennia gezien – maar ze zag er goed uit, zoveel was zeker. Hij glimlachte, een schalks lachje dat hem deed lijken op de student die hij ooit was.
Snel zocht hij zijn ondergoed en kleren samen en kleedde zich aan voor hij naar beneden ging.

Er zaten vijf mensen in de woonkamer. Drie ervan waren op hetzelfde moment opgestaan. De drie, twee jongens en een meisje, hadden de afgelopen zes uur herinneringen opgehaald en gediscussieerd in een sfeer die zodanig warm en intens was, dat bij de andere twee het gevoel versterkt werd dat ze voyeurs waren. Die twee, een jongen en een meisje, hadden eigenlijk niet willen komen, vanwege dat voyeurisme, maar ook vanwege een sektarische sfeer die rond het geheel hing. Geen van beide gevoelens waren tegen half vijf zelfs maar afgezwakt, maar Trent en Jolien waren allebei gefascineerd geraakt door de familie waar ze tot voor kort maar één lid echt van kenden. Vandaar dat het enkele tellen duurden voor Trent, de jongste van de vijf, wou reageren. De voetstappen op de trap hielden zijn ‘Wat is er?’ echter tegen. Kassandra wenkte hem en hij ging achter haar staan, zijn handen in de hare, terwijl Jolien hetzelfde deed bij Adam.
“Kas, ik hoor hier echt niet...”
“Shhht, vader wil je hier. Echt.”

Kasper kon niet anders dan glimlachen toen hij zijn kroost zag staan; hij wachtte nog even, om de krop in zijn keel weg te slikken, voor hij op zijn oudste zoon toestapte.
“Adam.”
Zonder iets te zeggen gooide Adam zijn armen rond zijn vader en trok hem dicht tegen zich aan. De rest keek stilzwijgend toe, maar geen van beide had het door, hun ogen gesloten en elk ander zintuig op elkaar gericht. Net toen Kasper zijn armen wou weghalen, boog Adam zich naar zijn oor.
“Ze is opnieuw zwanger, pap.” fluisterde hij.
Kasper kuste zijn zoon en omhelsde hem weer.
“Proficiat. Ze worden allemaal fantastisch.”
Na enkele tellen lieten ze los en kuste Kasper hem opnieuw.

“Senne.”
“Vader.”
Senne had altijd het meest naar Kasper opgekeken en diens verhalen opgezogen, bij elke vertelling opnieuw. Zelfs zijn vader zag de gelijkenis tussen zichzelf al die jaren geleden en zijn zoon nu. Kasper wou hem nog iets toefluisteren, over zijn eigen dromen najagen, of realistisch blijven, toen Senne zei: “Ze hebben me gecontacteerd, paps. Ik mag je opvolgen.”
“Wees voorzichtig, Sen, en onthoud mijn raad. Je zal het even goed doen als ik.”
“Uiteraard, ik heb jouw genen.”
Ze omhelsden elkaar, trots op vader, trots op zoon.

“Oogappeltje.”
“Kaps.”
Kassandra had het hart van haar vader veroverd de dag dat ze geboren werd, meer nog dan haar broers.
“Ik ga je missen, meisje.”
“Niet te dramatisch, ouwe man.”
Hij lachte vrolijk. “Zelfs nu niet?”
Kassandra drukte zich tegen hem aan en Kasper voelde haar tranen tegen zijn wang. “Zeker nu niet. Je weet dat ik niet graag huil in het openbaar.”

Hun omhelzing werd verbroken door het geluid van een opengaande deur.
“Kasper?”
Sam kwam binnen, een klein handje in het hare geklemd.
“Kaps!” Het kleine meisje stak haar armpjes naar hem uit en zei opnieuw “Kaps!”
“Dag Stridje.”
Met een glimlach tilde Kasper zijn kleindochter op; haar ogen boorden strak in de zijne, wat niet veranderde toen Kasper op haar neus blies. Hij keek er een beetje beteuterd door, maar Astrid legde onverstoorbaar haar handjes op zijn wangen en plots brak bij Kasper de dam. Hij begon onbedaarlijk te snikken en drukte het meisje dicht tegen zich aan. Zo stond hij, haar vingertjes verstrengeld in zijn nek, zijn gezicht in haar schouder begraven.

De deurbel ging. De stilte daalde onheilspellend neer.
“Ik ga wel.” zei Kassandra uiteindelijk.
Astrid kuste haar grootvader op zijn mond voor hij haar voorzichtig neerzette.
“Jolien.”
Het meisje stapte vanachter Adam vandaan en liep op Kasper toe, die met de rug van zijn hand over zijn ogen ging.
“Je hebt mij een pracht van een kleindochter geschonken en mijn zoon gelukkig gemaakt. Dankje lijkt me niet echt afdoende.”
“Het is meer dan genoeg, Kasper.”
Hoewel hun omhelzing minder innig was dan die ervoor, sprak er een genegenheid uit waar Adam dankbaar voor was.

“Trent.”
De jongen zette ietwat onzeker een stap naar voren en Kasper leek zelf niet veel comfortabeler.
“Ik ken je niet zo goed als ik zou willen, jongen, maar ik vertrouw mijn dochter. Doe dat ook, dan komt alles wel in orde.”
Trent knikte beleefd. “Ja, meneer.”
“Ha, kom hier, jongen.”
Onwennig sloeg Trent zijn armen rond de oude man. Kas glimlachte kort toen ze terug binnenkwam, maar zei toen: “De gast.”

De man die de woonkamer binnenkwam was grijs. Niet enkel qua haarkleur of kledij, maar heel zijn uitstraling. Grijs.
“Neem uw tijd, neem uw tijd.” Ook zijn stem was grijs; feitelijk en emotieloos.
Kasper leek plots ouder, zo oud als hij was. “Ik ben bijna klaar.”
Hij draaide zich om naar zijn vrouw. “Sam, ik hou van je.”
“Ik weet het, Kasper. Ik hou van jou.”
“Ik weet het, meisje.”
Hun kus was kuis, tongpunten die elkaar net raken; niet meer dan een epiloog.
“Het ga jullie goed, kinders.”
“En jij, Kaps.”
“En jij, paps.”
“En jij, pap.”

De grijze man was al terug aan de voordeur. Kasper knikte kort naar hem en hij opende de deur en ging, zonder omkijken, naar buiten. Kasper draaide zich op de drempel om.
“Ik hou van jullie.”

De dichtslaande deur galmde in een leger huis.

dinsdag, december 05, 2006

To know

A: Wat is er?
B: Hoezo?
A: Je gedraagt je anders, vandaag. Roekelozer.
B: Wat bedoel je?
A: Ik weet het niet.
B: Maar ik gedraag me anders?
A: Ja! Nuanceverschillen, maar...
B: Roekeloze nuanceverschillen?
A: Lach maar.
B: Ik zou niet durven.
A: Ik ken jou.
B: Leuk.
A: Ik ken jou beter dan je zou willen.
B: Geef eens een voorbeeld.
A: Wat?
B: Van die roekeloze nuanceverschillen.
A: Ja, je gedrag, wat je zei, wat je deed. Vanalles.
B: Dat zijn veel nuances.
[korte stilte]
B: Pas op, ik ben zeer genuanceerd.
[iets langere stilte]
B: Maar of ik nu roekeloos genuanceerd ben...
[lange stilte (alles opbouwen, hein?)]
A: Ik ken jou echt.