Het is een onbegonnen taak om alle ongein aan te kaarten die om onze aandacht strijd, maar sommige zaken zijn me dierbaarder dan andere. Dus als Gwendolyn Rutten per se Star Wars erbij wil sleuren in haar laatste blogpost, dan neem ik maar wat graag de tijd om even op een rijtje te zetten waarom ze dat beter niet gedaan had (inhoudelijk gezien; politiek gezien denk ik niet dat het veel uitmaakt wat de Open Vld nog doet).
Nu, ik ga me beperken tot de Star Wars gerelateerde onzin, omdat het me voor de hand lijkt te liggen dat een zelf-verblindend optimisme niet bepaald een goeie eigenschap is voor politici in tijden van toenemende armoede en een ecologie die steeds minder geneigd lijkt om leefbaar te zijn voor mensen; laat staan voor politici die ook nog eens pleiten voor de aanschaf van nieuwe gevechtsvliegen. Kleine tip: kernwapens (want daar dienen die straaljagers voor) zijn niet bepaald een teken van optimisme.
Maar dus: Star Wars!
1) “Dat epos [Star Wars] is één langgerekt verhaal over de keuze tussen het negatieve (the dark side) en het positieve (the force)."
Dat is fout begrepen op een aantal niveaus. Ten eerste zijn zowel the dark side als the light side twee zijden van eenzelfde concept, namelijk the Force. Wat is dat? Wel, volgens old Ben Kenobi: “the Force is what gives a Jedi his power. It's an energy field created by all living things. It surrounds us and penetrates us; it binds the galaxy together.” Als je er per se een metafoor van wil maken, kan je het nog het best gewoon macht noemen. Politieke macht, financiële macht, de macht, alleszins, om het universum te manipuleren, in de breedste zin van het woord.
Ten tweede is het onderscheid tussen de lichte en de donkere zijde er niet één van optimisme versus pessimisme, maar één van altruïsme versus egoïsme. De slechteriken zijn niet die mensen die de hele tijd zuchten en steunen dat het niet zal lukken, maar net machtshebbers die in de eerste plaats hun eigen macht in gedachten hebben, voor wie hun macht een teken is van hoeveel beter ze wel niet zijn dan ‘gewone mensen’. De goeien, daarentegen, blijven niet op hun lauweren rusten, blij rondkijkend naar hoe goed het leven wel niet is (voor hen?); nee, ze bevechten actief het onrecht dat ze zien, helpen mensen waar ze kunnen en, vooral, zijn zich altijd bewust het risico dat die macht met zich meebrengt.
2) “Die breuklijn zit in elk van ons. We zijn allemaal een beetje Luke Skywalker.
We moeten allemaal een keuze maken tussen de zekerheid van angst of het onbekende van hoop. Tussen negativisme en optimisme.”
Iedereen heeft, in het Star Wars universum, de keuze tussen licht en donker. Wie the Force kan manipuleren, loopt echter een groter risico om gecorrumpeerd te worden. Het is om die reden dat we, in het (naar ik meen) niet-Star-Wars-universum, machtshebbers nauwlettender in de gaten houden, of dit toch zouden moeten doen. Rijk zijn en die rijkdom enkel inzetten om de rijkdom te beschermen, dat is the dark side. En omgekeerd, wel, in mijn Star Wars / Bible fanfic is Jezus de eerste Jedi.
Maar Folker, het was toch Yoda die zei: “Fear leads to anger, anger leads to hate, and hate leads to the dark side.”
Dat klopt, jij grote nerd, maar die cyclus wordt niet gestopt door een kinderlijke “dan moet je maar gewoon niet bang zijn”, maar door dat wat je angstig maakt onder ogen te zien en, waar mogelijk, aan te pakken.
Terzijde: als een liberaal het woord “optimisme” in de mond neemt, denk ik altijd aan Gordon Gekko.
3) “Als u daarmee worstelt, denk dan naar Yoda.”
Beste burger, niet alleen weet u dat “denken naar” best een vreemde uitdrukking is, maar zijn we echt op het niveau gekomen dat we stemadvies van een handpop uit de jaren tachtig overwegen? Een pop, daarenboven, die aan de macht was op het moment dat het universum in de duisternis werd gestort en in plaats van enige verantwoordelijkheid op te nemen, zich vervolgens verstopte in een moeras?
Een pleidooi voor een utopisch-ish wereldbeeld waar we, als mensheid, samen naartoe kunnen werken, daar ben ik helemaal voor te vinden. Maar een domme interpretatie van Star Wars als serieuze (?) verkiezingspropaganda, daar word ik, oh dear, daar word ik een beetje angstig van.
Gelukkig kan ik op een brede kennis van science-fiction steunen:
“I must not fear.
Fear is the mind-killer.
Fear is the little-death that brings total obliteration.
I will face my fear.
I will permit it to pass over me and through me.
And when it has gone past I will turn the inner eye to see its path.
Where the fear has gone there will be nothing.
Only I will remain.”
Frank Herbert, Dune
woensdag, april 30, 2014
dinsdag, april 08, 2014
I used to be an adventurer, like you
Er zijn soms momenten dat je om half twee ’s nachts mensen moet gaan redden. Zoals Batman, bedenk ik me dan, al wordt het me enkele uren later wel duidelijk waarom Bruce Wayne tot de middag in zijn bed blijft liggen.
De warenhuizen, echter, die staan blijkbaar heel vroeg op. Om maar te zeggen, ze laten zich niet vangen. Het afschaffen van de koperen muntjes van één en twee eurocent, door middel van afronding, zal hen immers anderhalf miljoen euro kosten. Dat zeggen ze alleszins zelf, niet volledig uit de lucht gegrepen, maar wel met een zeer sterke overschatting van de hoeveelheid moeite die de gemiddelde consument wil doen voor een korting van één of twee cent. We redeneren echter allemaal uit ons eigen perspectief, en dat zal wel het verschil zijn tussen de sheeple zoals ikzelf en die gepediëstaleerde ondernemer die elke rosse (munt) omdraait. Maar zelfs als ik elke week twee cent korting krijg op mijn aankopen, zit ik op jaarbasis amper aan een volledige euro korting. Al moet niet alles dan maar naar boven tot op de 5 cent worden afgerond, dat dan ook weer niet, hoor ik mijn perspectief al zeggen.
Nu goed, als er iemand in de portefeuille geraakt wordt, is er altijd wel hommeles te vinden. Zelfs als het om een potentiele portefeuille gaat. Zoals bijvoorbeeld het opiniestuk van de gedelegeerd bestuurder van Voka in De Standaard vandaag. Hoe iemand er vandaag nog in slaagt om zo eenzijdig de vrije markt te bewieroken, zeker in het kader van geprivatiseerde (geestelijke) gezondheidszorg, ontgaat me volledig. Geen “zo’n vaart zal het allemaal wel niet lopen”, of “het karikaturale beeld dat van ondernemers wordt opgehangen, alsof het allemaal onethische geldwolven zijn, stuit me tegen de borst”. Oh, nee, dat is te veel nuance, blijkbaar. Nu is alles slecht, duur en langzaam, maar met de privatisering zal alles goed, goedkoop en snel gaan. Er zit ergens een mop in, iets met een onzichtbare hand en schizofrenie, maar zulke diagnoses worden beter door gediplomeerde dokters gesteld.
Hoewel, als je het huidige systeem, “waarbij de beheerders van de (semi-)publieke instellingen niet alleen het belang van de zorgbehoevende vooropstellen, maar ook zoveel mogelijk overheidssubsidies voor hun zorginstelling proberen te verkrijgen”, wil vervangen door een systeem dat het geldaspect niet naast, maar boven het belang van de patiënt plaatst (daarom heet het de profit sector), moet je niet gaan pretenderen dat dit in het voordeel van de zorgbehoevenden is.
Ach, maar waarom zeg ik dit? We weten dit toch allemaal? Ik ga er alleszins vanuit, aangezien optimisten blijkbaar op elk vlak beter zijn dan pessimisten; correlatie en causatie, natuurlijk, maar laten we maar vrolijk aannemen dat alles goed komt. Want voor een depressie moet je duidelijk geen subsidies meer verwachten.
De warenhuizen, echter, die staan blijkbaar heel vroeg op. Om maar te zeggen, ze laten zich niet vangen. Het afschaffen van de koperen muntjes van één en twee eurocent, door middel van afronding, zal hen immers anderhalf miljoen euro kosten. Dat zeggen ze alleszins zelf, niet volledig uit de lucht gegrepen, maar wel met een zeer sterke overschatting van de hoeveelheid moeite die de gemiddelde consument wil doen voor een korting van één of twee cent. We redeneren echter allemaal uit ons eigen perspectief, en dat zal wel het verschil zijn tussen de sheeple zoals ikzelf en die gepediëstaleerde ondernemer die elke rosse (munt) omdraait. Maar zelfs als ik elke week twee cent korting krijg op mijn aankopen, zit ik op jaarbasis amper aan een volledige euro korting. Al moet niet alles dan maar naar boven tot op de 5 cent worden afgerond, dat dan ook weer niet, hoor ik mijn perspectief al zeggen.
Nu goed, als er iemand in de portefeuille geraakt wordt, is er altijd wel hommeles te vinden. Zelfs als het om een potentiele portefeuille gaat. Zoals bijvoorbeeld het opiniestuk van de gedelegeerd bestuurder van Voka in De Standaard vandaag. Hoe iemand er vandaag nog in slaagt om zo eenzijdig de vrije markt te bewieroken, zeker in het kader van geprivatiseerde (geestelijke) gezondheidszorg, ontgaat me volledig. Geen “zo’n vaart zal het allemaal wel niet lopen”, of “het karikaturale beeld dat van ondernemers wordt opgehangen, alsof het allemaal onethische geldwolven zijn, stuit me tegen de borst”. Oh, nee, dat is te veel nuance, blijkbaar. Nu is alles slecht, duur en langzaam, maar met de privatisering zal alles goed, goedkoop en snel gaan. Er zit ergens een mop in, iets met een onzichtbare hand en schizofrenie, maar zulke diagnoses worden beter door gediplomeerde dokters gesteld.
Hoewel, als je het huidige systeem, “waarbij de beheerders van de (semi-)publieke instellingen niet alleen het belang van de zorgbehoevende vooropstellen, maar ook zoveel mogelijk overheidssubsidies voor hun zorginstelling proberen te verkrijgen”, wil vervangen door een systeem dat het geldaspect niet naast, maar boven het belang van de patiënt plaatst (daarom heet het de profit sector), moet je niet gaan pretenderen dat dit in het voordeel van de zorgbehoevenden is.
Ach, maar waarom zeg ik dit? We weten dit toch allemaal? Ik ga er alleszins vanuit, aangezien optimisten blijkbaar op elk vlak beter zijn dan pessimisten; correlatie en causatie, natuurlijk, maar laten we maar vrolijk aannemen dat alles goed komt. Want voor een depressie moet je duidelijk geen subsidies meer verwachten.
Abonneren op:
Posts (Atom)