zaterdag, april 30, 2005
Black Books
B: Well, to be honest, after years of smoking and drinking, you do sometimes look at yourself and think...
F: Yep...
B: You know, just sometimes in between the first cigarette with coffee in the morning to that four-hundreth glass of cornershop piss at three a.m. you do sometimes look at yourself and think...
F: Yep...
B: This is fantastic. I'm in heaven.
vrijdag, april 29, 2005
Reconstructie
Geregeld sta ik rond de middag of al in de vroege namiddag op met een nog steeds geïntoxiceerd lichaam (hoofdpijn, maag...iets, fuzzy image, heel slechte smaak in de mond, niet te lessen dorst naar water). Dan sleep ik mijzelf onder de douche en, terwijl ik het warme water over mij laat stromen, probeer ik de gebeurtenissen van de avond ervoor zo accuraat mogelijk voor de geest te halen. Dit lukt maar matig.
Gisteren heb ik bijvoorbeeld meegedaan aan een quiz; dit staat onomstotelijk vast want niet alleen herinner ik het mij nog tamelijk ok (tamelijk...), ik heb verder nog het koffiezetapparaat dat ik gewonnen heb. Ja, ja, ik heb een koffiezetapparaat gewonnen! Sweet...
Jammer genoeg heeft een van de klojo's waarmee ik op café zat achteraf de glazen pot al naar de knoppen getrokken, but still, dat is nog te vervangen.
Nu heb ik een koffiezetapparaat op mijn kamer (goeie vervanging voor mijn vis; requiescat in pace, of zoiets, mijn vis) en gaat mijn lever nog meer afzien, ga ik nog minder slapen en nog harder zweethanden hebben.
Life's never been better.
Nu nog van die kater afgeraken...
dinsdag, april 26, 2005
Endgame
HAMM
CLOV
Bare interior.
Grey light
Left and right back, high up, two small windows, curtains drawn.
HAMM: Let us pray to God.
NAGG: Me sugar-plum!
CLOV: There's a rat in the kitchen!
HAMM: A rat! Are there still rats?
CLOV: In the kitchen there's one.
HAMM: And you haven't exterminated him?
CLOV: Half. You disturbed us.
HAMM: He can't get away?
CLOV: No.
HAMM: You'll finish him later. Let us pray to God.
COLV: Again!
NAGG: Me sugar-plum!
HAMM: God first! [Pause.] Are you right?
CLOV: [Resigned.] Off we go.
HAMM: [To NAGG.] And you?
NAGG: [Clasping his hands, closing his eyes, in a gabble.] Our Father which art-
HAMM: Silence! In silence! Where are your manners? [Pause.] Off we go. [Attitudes of prayer. Silence. Abandoning his attitude, discouraged.] Well?
CLOV: [Abandoning his attitude.] What a hope! And you?
HAMM: Sweet damn all! [To NAGG.] And you?
NAGG: Wait! [Pause. Abandoning his attitude.] Nothing doing!
HAMM: The bastard! He doesn't exist!
CLOV: Not yet.
NAGG: Me sugar-plum!
HAMM: There are no more sugar-plums!
Scène uit 'Endgame', Samuel Beckett
maandag, april 25, 2005
Poppin' a cherry
Maar voor u zich vreemde dingen in het hoofd haalt:
Een vriendin van me is, op mijn aanraden en met mijn boeken, begonnen aan de Harry Potter-reeks. Gisteravond heeft ze het tweede boek uitgelezen rond een uur of twee 's nachts en vandaag begint ze aan deel drie. Het verhaal ontvouwt zich voor haar ogen en ze wordt hulpeloos meegetrokken in de magische (jaja, en ietwat absurde en soms kinderlijke) wereld van Rijker-dan-de-koningin Rowling.
Het is iets wat ik niet meer kan; ik heb alle ze alle vijf al drie keer uitgelezen/niet meer op een rij. Er is een vorm van eelt, een sluipend cynisme over mijn blik geslopen. Het is... niet meer hetzelfde.
Maar ach, in juli komt het zesde boek op de markt, dus wordt het tijd om de vorige vijf boeken opnieuw te lezen en in juni heb ik toch niet zoveel te doen...
vrijdag, april 22, 2005
dinsdag, april 19, 2005
Met de laptop voor de tv
Lang heb ik gedacht dat het een kruising was tussen 'Idool' en 'Big
Brother'.
Maar nee, ik heb daarnet een halve aflevering gezien (en geloof me, dat duurt lang), en volgens mij is het een weddenschap. Iets in de zin van 'Ik durf wedden dat ik, als ik uit een groep van duizend man, de tien neem die het slechtst kunnen zingen, ik minstens honderduizend man per week bereik met hun oninteressante samenleven én dat de winnaar (*gniffel gniffel*) zeker vijfduizend cd's kan slijten aan arm (of toch minstens heel fout) Vlaanderen.'
Nee, goed, ik overdrijf, waarschijnlijk slaagt het grootste deel ervan wel om ietwat toonvast te zijn, maar het is weer van dat marginaal exhibistionisme, dat de mensen blijkbaar wel interesseert, maar dat geen enkele waarde heeft, laat staan entertainment waarde.
Waarom kijkt er dan zoveel man naar?
Kijkfiles, zelfde idee; human disaster, in een hap-slik vorm gegoten.
Nee, die twintig minuten waren teveel voor mij, ik laat dit soort rommelover aan mijn broer, hij geniet er tenminste nog van.
zondag, april 17, 2005
Meanwhile...
Hij lijkt wel een beetje... rustiger dan ervoor, maar shht.
Ondertussen loopt (al zeg ik het zelf) mijn 'Aartsengel Hendrik'-project tamelijk goed. Dat is ook de reden dat ik er zoveel tijd zit tussen mijn postings hier, maar ik ben er zeker van dat u het me wel vergeeft.
Ga trouwens gerust eens een kijkje nemen op Struikgewas in het algemeen, en mijn categorie in het bijzonder.
Daarnet trouwens Sin City gezien, en ik moet zeggen: wauw.
Als hij in de cinema is, moet u hem zeker gaan zien (dat ga ik ook doen), want het is drie uur pure comic, film om de kunst, plezier met een P (Plezier dus).
[Edit: Damn, en nu heb ik geen inspiratie meer voor het volgende verhaaltje. Tijd voor een inspiratie-Duveltje, me dunkt...]
dinsdag, april 12, 2005
Macht corrumpeert
De paus, eens de rechtstreekse dienaar van God op aarde, bestuurt nu als was hij de Heer zelve.
Gaia, Global Action in the Interest of Animals (dat zal een zware kluif geweest zijn), is ooit begonnen als actiegroep om het dierenwelzijn te bevorderen ('Alle levende wezens met gevoelens en verlangens hebben recht om gelijkwaardig te worden behandeld met respect voor hun welzijnsnoden en levensbehoeften.' Gelukkig heeft mijn vis maar een geheugen van vier seconden, en geen gevoelens of welzijnsnoden). Dat het op zich al stom is om de naam van Moeder Aarde te gebruiken, maar enkel op fauna te concentreren, laten we even buiten beschouwing.
In Kerkrede (als ik het me goed herinner), in Nederland vlak bij de Belgische grens, is er immers het 'Gaiapark' opgericht, zo vertelde het VTM-nieuws mij vanavond.
"Het heeft niets te maken met de Belgische organisatie Gaia," zo benadrukte de arme man, "maar is zo genoemd omdat het de Gaia-theorie volgt." Waar die theorie om draait (aldus mijn eigenste onderzoek, want hoewel het drie keer vernoemd werd, weigerde VTM er ook maar een halve zin uitleg aan te wijden) is eigenlijk simpelweg dat de aarde zich als één enkel organisme gedraagt. Of, zoals bedenker James Lovelock zelf zegt: 'a complex entity involving the Earth's biosphere, atmosphere, oceans, and soil; the totality constituting a feedback or cybernetic system which seeks an optimal physical and chemical environment for life on this planet'.
Het waren de jaren zestig, ziet u...
Daarnaast wordt ook het feit benadrukt dat het geen gewone dierentuin is, dat de mensen geen rechtstreeks contact kunnen hebben met de dieren (die allen natuurlijk in hun eigenste biotoop zitten) en dat er ook geen voeder wordt verkocht.
Etc.
Etc.
De reactie van Gaia?
Ze gaan het zo snel mogelijk onderzoeken en actie ondernemen. Ze willen niet geassociëerd worden met een dierentuin.
Dat ze alle dierentuinen slecht vinden, zonder de (mentale?) mogelijkheid om onderscheid aan te brengen vind ik al...extremistisch, maar ik had niets anders verwacht.
Dat ze bang zijn voor slechte PR vind ik een beetje vreemd (als je Michel Vandenbosch als voorzitter hebt...)
Maar dat ze het durven om een oud-grieks woord te claimen, een bende paria's die een pseudo-correct acronym heeft gevonden, en dan nog wel omdat een andere organisatie die opkomt voor de dieren het gebruikt...
Niet langer haar beschermers, zijn ze Gaia zelf geworden...
Hoe noemden ze dat nu weer?
Hybris?
zondag, april 10, 2005
Paleisfeestjes
-Het gebeurt niet heel vaak, maar af en toe overkomt het me dat ik meisjes zie die me op een bepaalde manier biologeren. Dan wenste ik dat ik iets (over)moediger was. De hele avond heb ik niets anders gedaan dan (misschien een tikje opvallend, maar toch) naar haar kijken, maar ik stond te ver om zelfs maar een knipoog in haar richting te werpen.
*zucht*
Mooie, onbekende vrouwen, ik weet niet wat ermee aan te vangen.
- Tijdens een diepzinnige discussie over religie, de overtolligheid ervan en de absurde opvattingen van de belijders ervan, vraagt Roos van Acker plots een sigaret aan mij. Ze wil mij ervoor betalen, maar ik sla het af en geef haar gewoon een sigaretje. Even later dringt de (ietwat absurde) gedachte zich bij mij op dat ze nu gaat denken dat ik het haar voor niets heb gegeven omdat ze een zgn. 'BV' is.
De omgang blijft toch sowieso ietwat 'awkward' zolang ze niet in je kennissenkring zitten.
-Een oudere (vijfendertig à vijfenveertig), hollandse vrouw komt ineens naar mij en zegt dat ik mijn rug moet recht houden.
"Ik ben een moeder. Een mooie jongen wordt duizend keer mooier als hij zijn rug recht houdt."
Mijn cynisch antwoord: "Ik ben een geestelijke vader, en ik vind dat een mens het af en toe eens mag laten hangen."
-Verder, veel gratis bier van verschillende bronnen.
Paleisfeestjes, ik hou er wel van.
donderdag, april 07, 2005
Hendrik de engel
Als het daar geweigerd wordt, zal ik het hier publiceren.
Als het daar aanvaard wordt, zal ik u maar moete doorklikken.
Nachtelijke overpeinzing:
The Matrix is eigenlijk toch maar een oppervlakkige film.
'Er valt geen mus van het dak zonder dat het zo bedoeld is.'
Ik hou daar niet van.
dinsdag, april 05, 2005
Kleine dingen
Zoals tegen alle verwachtingen in aflevering acht van 'Numb3rs' vinden op de torrentsite.
Nog iets meer dan een uur, en ik kan weer worden ondergedompeld in de wondere wereld van wiskundige misdaadbestrijding. Jippie!
Nog iets minder dan twee uur en ik kan weer beginnen wachten op nummer negen.
Ik zou trouwens willen vragen wat jullie van het verhaaltje vinden, maar ik ga wachten tot ik ook hoofdstuk twee af heb. (Dus in het onwaarschijnlijke geval dat je nu al bakken kritiek over mij zou willen uitstorten, wacht er toch nog maar even mee) Want het verhaal speelt zich eigenlijk af, wel, nu, begin 21ste eeuw.
Wie had dat gedacht?
maandag, april 04, 2005
Chapter 1: Bad Dreams
The burning twin suns made the battlefield a shimmering haze. The heat could be felt even within the environmental combat suits. Two fighter squadrons sped overhead; they engaged the enemy bombers as I looked upon my troops one last time. Their faces were hidden behind the solid white silksteel helmets, but I knew their expressions, eager to fight for a cause, eager to die perhaps, completely pumped on aggressionboosters and painkillers. Their suits – a supple underlay with separate armor plates – not only offered protection, it would also monitor their status and inject chemicals into their bloodstream to keep them fighting as long as possible. A lot of them would die after the battle, their bodies simply giving up when the drugs wore off. They had forgotten the horrors of the previous slaughters already, been made to forget. Soldiers, no longer considered human, they had become weapons themselves, single-purpose-breeding products, expendable.
“This is our last stand, men!”
I heard myself say the words, though I did not want to.
“We will conquer or die!”
Some things cannot be changed.
“The fate of the universe hangs in the balance. We shall prevail! We shall go down in history!”
I hate myself. Everyone raised their weapons and cheered.
The no man's land was a cratered desert; only a few bodies still littered the ground, most had been vaporized in the last artillery bombardment – ours or the enemy's, it did not matter. Part of the dark sand had melted and then hardened into glass, sparkling in the sunlight, bright stars in the black night. It was... eerily beautiful. The beauty of war. I shuddered.
“General?”
Two faces had sprung to life on the inside of my helmet – an open helmet protecting the back and sides of my neck, with a retractable visor.
My two captains were my equals, there was no need for titles or this line of command, we had known each other from before this empire had broken free from its home planet. But appearances must be kept up.
“Is everything ready?”
“Yes, sir.”
“Yes, general. We are in position.”
“Very well, you know what to do. On my signal.”
No matter how many battles you have survived, regardless of how many people see you as a 'veteran', you're frightened, every time again. As I stepped through the energy shield protecting our trenches, my pulse rose. When I raised my sword and shouted 'for the Emperor!', the adrenaline started pumping. But I controlled myself; I have no use for chemicals, my mind controls my body; it was at peace as I started running, feeling my battalion – fifteenhundred warriors – moving with me as one.
I could see the enemy. They were on the move as well, a dark blue wave on a crash course.
“One kilometer and closing. This is it.”
A primal roar rose up behind me, glass was crushed under running feet; the combined sound sent a shiver through my spine.
We clashed, sword slashing in my left hand, pistol burning in the right. Screams of anger and bloodlust filled the air. I couldn't fight to my fullest abilities, couldn't show them what I was, but it was not necessary. I was in control. Fear was no longer on my mind.
But it came back in a flash.
“General!”
“I see it, captain.”
In the middle of the dark blue sea, a few hundred meters from the front line, dark wings stuck above the soldiers. A full-fledged demon.
“Come to me, both of you.”
Neither of us had earned our wings. We were young, inexperienced, vulnerable. We were no match.
Around us, the battle raged in full, but it was of no consequence anymore.
“Do you think they know what is leading their army.”
My captains, my brother and sister stood next to me.
“I doubt it, it's not like they can see the wings.”
“General, with all due respect, I don't think...”
“Drop it, Aneska.” Now was not the time for appearances. “If we remain undercover, we don't stand a chance.”
“They're not going to like that, Henry.”
I shook my head. “I'd rather face an angry God, than not face one ever again.”
Jules grinned as he holstered his pistol, but I could see he was afraid as well. “Well, first things first. Lets do this.”
We fought our way towards the demon. Jules and Aneska held their swords with both hands, I had taken a long dagger in my off-hand. Our men started filling the opening we were creating, but a silent gesture made them pull back. No use to let them get surrounded as well.
“Servant of darkness!” I yelled. The enemy soldiers suddenly stopped attacking us and opened a pathway towards him. I went cold inside.
He stood nearly twice the size of a mortal, his wings coiling above him, like a hundred black snakes slithering in the air. He wore no weapons or armor, for his warform was enough: two spikes protruding from his forearms, his body covered by shiny black, bone-like plates.
“What do we have here?” His booming voice sounded... amused. “Fledglings! Three of them! And I thought this was going to be another boring battle.”
Jules and Aneska circled to the left and right, while I advanced forward. Aneska attacked first, a quick thrust towards his heart; he simply pushed the sword away and sent her flying. My own attack was also parried in that way, but I used the momentum to spin around and aimed my dagger at his side. With all my force behind it, it barely scratched him.
“Die!”
Jules had leaped up, about three meters high, at the back of the demon. His cry had alerted him, however, and he was swatted out of the air by one of the wings. He landed on his back with a loud thud. Suddenly, the demon ran towards him and jumped on his chest. I could hear the air being pushed out of his lungs and his ribs breaking. With a short jab, the demon pushed one of his spikes through the visor, into his eyes. He died and I felt it, blinded by the pain.
“Henry!”
I wanted to look at Aneska, when I saw that the demon had picked up Jules' sword.
“Poor fledglings.”
He threw it at me; I had to move, but I couldn't, not enough time, it went too fast, I didn't know what to... I didn't want to d...
Henry Rollins awoke with a start. It was three a.m. He could hear a lonely car in the distance.
We use math every day
Dat is een stuk uit de begingeneriek van 'Numb3rs', een nieuwe Amerikaanse serie waarin een wiskunde professor (en een wiskundig genie) zijn broer - een FBI-agent - helpt bij het oplossen van misdaden. Vandenb had het eens vermeld, ik was nieuwsgierig.
Goeie spanningsboog, overtuigend acteerwerk, leuke wiskundige theorieën en weetjes, mooie vrouwen; goeie reeks, kortom.
Het enige probleem is dat ik ondertussen de eerste zeven afleveringen gedownload en bekeken heb. Geen spoor van nummer acht echter, en op CBS zitten ze zelfs nog maar aan aflevering nummer twee.
Daar zitten we dan, midden in een seizoen, midden in het rode-draad-verhaal, en geen aanduiding wanneer de volgende eraan komt.
Wat doet een mens dan?
Hij kijkt naar 'Pi', natuurlijk...
vrijdag, april 01, 2005
Rijtips van Folker
-je die dag toch minstens iets gegeten hebt (trillend rijden, noemen ze dat)
-als de brandweer moet uitrukken, ze niet vlak voor je neus moet parkeren (tien centimeter van zo'n glimmende brandweertruck)
-je niet drie keer achter elkaar stilvalt (je had het gezicht van de vrouw in de auto achter mij moeten zien)
-je snel genoeg door hebt wanneer je niet in versnelling staat (en gas geven maar)
Folker
nu ook officieel een gevaar op de weg