Dat was de opdracht (jawel, in lila). De vijf citaten zouden teveel plaats innemen, dus ik geef u enkel het belangrijkste (mijns inziens) en wat ik er van gemaakt heb. Wie weet, misschien heeft het nog wel iets... Misschien heeft het alineaonderverdelingen nodig...
Peut-être s'est-il produit dans l'histoire du concept de structure quelque chose qu'on pourrait appeler un 'événement' [...]. Quel serait donc cet événement? Il aurait la forme extérieure d'une rupture et d'un redoublement.
(aanhef van Jacques Derrida, 'La structure, le signe et le jeu dans le discours des sciences humaines.' In: J. Derrida, L'écriture et la différence, Seuil, Paris, 1967, p.409)
Als betrekkelijk soeverein persoon moet ik zelf een structuur aanbrengen in deze opdracht, wat ik ga doen door simpelweg de structuur van de opdracht te volgen. De kern uit het eerste citaat, van Paul Mennes, is uiteraard ‘Daarvóór [voor de komst van de pickles chips] was het ook allemaal klote, maar tenminste nog overzichtelijk.’ Deze uiting van een soort keuzeverlamming – of alleszins van een grote keuzemogelijkheid – is lange tijd afwezig geweest in onze Grote Westerse Traditie. In het tweede citaat heeft Dante Alighieri het immers zeer duidelijk over ‘de zonne Die ’t mensdom steeds in de juiste richting wees.’ Één zon voor één mensheid; dit in tegenstelling tot elk individu zijn eigen smaak van chips (bij wijze van spreken, hoewel er ondertussen reeds heel wat meer chipssmaken zijn dan enkel zout, paprika en pickles). Of, los van gebakken aardappelschijfjes, ieder individu een eigen mening. Want hoewel onze realiteit in se niet verandert, wordt onze perceptie hiervan niet meer van hoger hand gestuurd en kan iedereen (in wezen) een eigen interpretatie kiezen. Het is deze verruiming van onze zicht (in een iets positievere interpretatie dan die van Mennes) waar Jacques Derrida in het derde citaat op doelt met zijn ‘événement’, dat aan de ene kant een breuk was met de voorgaande eeuwen (waar al te veel afwijken van De Visie in het slechtste geval tot een brandstapel en volksvermaak leidde), maar aan de andere kant de geschiedenis niet zomaar afschudde als een vlinder zijn cocon. Want de ene kijk op de wereld werd niet simpelweg vervangen door de andere, integendeel, er ontstonden verschillende zienswijzen naast elkaar, verschillende structuren om de wereld in te delen. Hoewel ‘naast elkaar’ misschien niet de beste uitdrukking is, aangezien deze opvattingen onmogelijk los van elkaar kunnen bestaan, net zo min als de literatuur die ze voortbrengen. Derridas ‘événement’ mag ook niet gezien worden als één bepaalde gebeurtenis op één bepaald moment in de geschiedenis, maar eerder als een evolutie die tot op de dag van vandaag plaatsvindt. ‘Een boek is geen eiland’ schrijft Paul Mennes in het vierde citaat, waarmee hij mijns inziens doelt op een soort ‘superstructuur’ – misschien een gevaarlijk woord in deze context – waarin de andere structuren en hun creaties op verschillende niveaus interageren. Literatuur heeft uiteraard al langer de gewoonte om te interageren met haar voorgangers en met de maatschappij waarin ze is ontstaan, maar door de exponentiële groei in zowel auteurs, literatuur als lezers is dit op een ander, onoverzichtelijker niveau komen te staan, waardoor verschillende inzichten en interpretaties gelijktijdig ‘waar’ kunnen zijn. Het vervolg van het vierde citaat en een citaat op zich (‘‘Pop culture is a benign growth taking over everything it touches’, schreef Brian Eno.’) sluit hier bij aan. Het gevolg hiervan is volgens sommigen echter dat alles wat deel uitmaakt van de ‘populaire cultuur’ – een pejoratieve uitdrukking voor een zeer vaag omschreven begrip – aan intrinsieke waarde verliest en dat oppervlakkig amusement de overhand krijgt op intellectuele kwaliteit, zonder aandacht voor persoonlijke uitdieping of verrijking. Ik denk dan aan kniezwengels en de ministers die hun subsidies eraan verspillen, en kan Alain Finkielkraut dus niet volledig ongelijk geven als hij in het vijfde citaat zegt: ‘La barbarie a donc fini par s’emparer de la culture.’ Maar ik geloof niet dat literatuur (of, wat dat betreft, heel onze cultuur) volledig afgevlakt is; meer zelfs, er zijn meer diepgaande werken dan ooit te voren, absoluut gezien, volgens meer zienswijzen dan we ons ooit hadden kunnen voorstellen. Ze zijn weliswaar omgeven door nóg meer nietszeggende rommel, maar af en toe slaagt één zo’n werk er toch in de massa te beroeren.
7 opmerkingen:
Als we dan toch over kunst en cultuur bezig zijn...
Weet je waar ik soms het schijt aan krijg? Aan een combinatie van de twee elementen die je op het einde beschrijft. Rommel en diepgang. Dat lijkt wel de nieuwe mode te worden. Ga je naar theater, open geest, leer mij wat bij, ontroer mij …
Zit je naar een compleet politiek correcte combinatie acteurs te kijken die vreemde stuipbewegingen maken, af en toe luid schreeuwen en daarna op de grond spuwen.
Diepgang, inderdaad. Er zal wel een mooie theorie achter gezeten hebben, maar die heb ik toch niet opgemerkt. Dan raak ik gefrustreerd. Ben ik te dom voor modern theater of heeft het te veel allures gekregen? Abstractie en associatie, de nieuwe mode voor cultuur. Liefst nog met een goede dosis verwarring, dat is werkelijk het flauwste excuus dat ik ooit heb gehoord. (Zeg nu zelf, dan is toch werkelijk ALLES goed)
Postmodernisme, enzo. Dan denk ik dat ik terug de ambachtelijke toer op ga. Ik mis eenvoud en precisie. Een mooi verhaal, het hoeft niet eens realistisch te zijn. Maar gewoon herkenbaar. Dat is volgens mij de zeldzame eigenschap die mensen kan ontroeren. Ben ik dan ontzettend ouderwets? Of is de rest gewoon stom?
Daar gaat het ook om in moderne kunst: je kan zelf kiezen wat je als kunst aanvaardt. Conventies van vroeger die aantoonden wat nu precies kunst was en waarom, zijn nu compleet irrelevant. Ik heb deze discussie al eens gehad: Is moderne kunst nog kunst? (weetje nog liefje?)
Even ingaan op het 'modern theater':
ook ik maak mij soms bedenkingen. Zo heb ik laatst een voorstelling gezien van dé Meg Stuart waar ik ongelofelijk slechtgezind van terugkeerde. Aan de andere kant heb ik ook al voorstellingen gezien waarbij mensen 'af en toe luid schreeuwen en stuipbewegingen' maken die me absoluut wel konden bekoren (bijv. Arco Renz' Heroine).
Persoonlijk vind ik het een heel bevrijdende gedachte dat er geen grenzen meer worden gesteld. Je moet nu als het ware een persoonlijke zoektocht ondergaan om te kijken wat jij nu precies kunst vindt: wat je aanvaardt en wat je absoluut not-done vindt. Interessant toch? Een beetje kritisch staan tegenover kunst kan nooit kwaad, me dunkt.
En geen nood: ligt dit 'modern theater' je niet, kan je nog altijd naar de volgende productie van OSEA gaan kijken: lekker makkelijk.
Nog een vraagje: wat ben je gaan kijken?
en tenslotte nog een tip: Abattoir Fermé loont zeker de moeite: vernieuwend ('modern', als u wil) theater. Al moet ik toegeven dat ik niet echt objectief meer ben... schaam op mij.
Ha, daarom dat ik me dus toeleg op fantasy en sci-fi: er zit ook nog veel rommel tussen, maar de kern is tenminste een 'simpel' verhaal met herkenbare personages.
Rommel en diepgang lijken elkaar wel wat uit te sluiten, wat mij betreft, en dat gezegd zijnde moet je de anonieme raad misschien eens opvolgen: ga naar Abattoir Fermé kijken. Het is zeker geen rommel, maar wentelt zich ook niet in de diepgang. Het grijpt eerder terug (en nu moet ik letten op wat ik zeg) naar de primaire gevoelens van de mens.
Horrortheater, en niets minder. Misschien wel meer, maar dan moet je meer moeite doen dan ik bereid ben erin te steken.
Trouwens, sinds Jan Hoet interesseert de visie van de kritiek op de kunst me niet meer.
Leve het individu!
hmm... ik hoop dat niemand van de AF-leden dit leest. Ze zijn het een beetje beu steeds 'horrortheater' te worden genoemd :-).
Gelukkig werd het gevolgd door 'en niets minder...'.
Primaire gevoelens? Niet echt te staven, maar ik begrijp wel waarom je het zegt. Zullen we het houden op sterke beelden die soms ondersteund worden met ijzersterke teksten en vice versa?
en tja... om nog even in te gaan op de sf-commentaar. Er zijn verrassend veel mensen die steeds op zoek gaan naar het grote Wat? en Waarom? in plaats van gewoonweg te genieten van het Nu. zoiets... maar ik ga me niet laten gaan...er zijn al te veel dingen in het leven die me vervoeren naar plaatsen waar ik aanvankelijk niet wou zijn...
Ik heb gewoon een basis nodig. Iets, een thema of een achtergrond. Dan kan ik zelf wel mijn beleving invullen. Maar als ik dat niet heb, zit ik gewoon naar een hoop nonsens te kijken.
(O ja, ik baseerde me op Vvredestad van Tg Cactusbloem)
'Daar gaat het ook om in moderne kunst: je kan zelf kiezen wat je als kunst aanvaardt.' Mooi uitgedrukt. Toch even een bedenking in de kantlijn. Als ik ergens in een zaal zit of door een museum loop, ga ik er wel vanuit dat het 'kunst' is (of dat iemand het 'kunst' vindt). Dan probeer ik dat ook in alle macht te begrijpen en te appreciëren. En als die poging in het gedruis der vagigheid verdwijnt, voel ik me bedrogen.
Ik zag ooit 'Zero Degrees' in de Singel, kan je ook best 'moderne kunst' noemen. Maar daar was net genoeg informatie om je iets te kunnen voorstellen. Ik heb met open mond zitten kijken. Ik heb nood aan een boodschap, hoe minuscuul die ook is ...
Je hebt net aangehaald waarom kunstenaars tegenwoordig liever andere locaties aangaan dan de welbekende kunstencentra en musea. Juist omdat dergelijke gebouwen al een waarde impliceren; wanneer iemand eender welk 'kunstwerk' tenstoonsteld in de daarvoor voorziene ruimtes, is dat kunstwerk reeds 'beschadigd' in die zin dat de toeschouwer al zijn vooroordelen over die plaats mee binnenzuilt en het kunstwerk daardoor niet meer op een nieuwe, naïeve, pure wijze kan beoordelen.
(zo is er bijvoorbeeld Jan Fabre die tegenwoordig met 'Troublyn' magazijnen in godvergeten industriecentra prefereert; mensen kénnen die plaatsen niet en de plek is dus nog 'puur')
En nu: Zero Degrees???? Als ik me niet ongelofelijk vergis, is dat de voorstelling van Sidi Larbi en Sakra Khan (ken de schrijfwijze niet echt...)? Ik ben ZOT van die voortelling! Twas gewoon fe-no-menaal! Tevens mijn eerste 'dansvoorstelling', wat achteraf gezien een gelukkig toeval was: hier had je inderdaad genoeg houvast en achtergrondinformatie om niet verloren te lopen...
(Sidi is trouwens in juni terug te bewonderen in deSingel! Ik kijk er alvast naar uit...)
(en: tg Cactusbloem ken ik niet... tis dus onmogelijk daar iets al dan niet nuttigs over te zeggen... kijk daar: weer in hiaat)
Instituties zijn snel gemaakt. Ik mag voor mijn part naar Timboektoe gaan om een 'kunstachtig-ietsje' te gaan bekijken. Zodra iets een toegangprijsje heeft, in een krant staat onder cultuur of gewoon mond aan mond als kunst wordt aangeprezen, ben je toch al lang niet meer 'naiëf, maagdelijk en onbevooroordeeld'?
De ultieme moderne kunst zou er onder die voorwaarden ongeveer zo uitzien: Ik struikel over een doorweekte kartonnen doos op straat en plotseling loopt er een Jan Hoet op me af die zegt 'Hé, u hebt net op mijn kunstwerk getrapt ...'
(Over ZD, je hebt gelijk ... Wat het bij mij deed:
http://nogalwiedus.blogspot.com/2005/10/balthazaar-bosduif-krijgt-een.html)
(Over Vvredestad, geen hiaat hoor. hoogstens een pispaal met een plaatje 'moderne kunst' op getimmerd.)
Een reactie posten