vrijdag, september 13, 2013

Shht, hier betaalt men meer...

In reactie op Marc Hooghe (DS 13/09)

We betalen voor stilte, zo verantwoordt Marc Hooghe het onderscheid tussen de eerste en tweede klasse rijtuigen op de trein. Dat is geen argument zonder basis, maar het doorstaat toch moeilijk de toetsing aan de realiteit.

Sowieso willen de meeste pendelaars in de eerste plaats rust, zeker 's ochtends. Dan zijn luid kwetterende en bulderlachende mensen echter verstorender dan de baslijn van het dubstepnummer van die jonge snaak naast u. Uiteraard vindt u minder van beide in de eerste klasse, omdat er simpelweg minder mensen zitten.

Hoe vaak wordt een vraag om de muziek wat stiller te zetten echter botweg geweigerd? Het is moeilijk in te schatten hoeveel lawaai er naar buiten toe wordt uitgestoten met oortjes in, maar wees gerust, er zijn amper mensen die daar bewust hun medereizigers mee willen storen. 

Integendeel, voor wie een eerste klasse ticket te duur is, zijn oortjes of een koptelefoon de makkelijkste oplossing om toch ook dat beetje rust tijdens het pendelen te verkrijgen.
In dat opzicht neigt het concept van eerste klasse rijtuigen eerder naar dat van de 'gated communities': het plebs staat me niet aan, dus betaal ik om me ervan af te schermen, eerder dan een manier te zoeken om naast elkaar te bestaan, bijvoorbeeld door het aangaan van een minimale dialoog.

Een afgeladen volle trein is voor niemand leuk, zeker niet als er nog plaats is in de eerste klasse. Een herdoping naar 'stille zone' lost dat probleem niet op. Zullen we in plaats daarvan misschien proberen om de gemeenschappelijke ruimte te delen, als volwassen mensen die wederzijdse empathie kunnen opbrengen? Dat lijkt me lekker rustig.

woensdag, september 11, 2013

Mijn verhaal, schoon verhaal

In reactie op dit stuk, dat u jammer genoeg enkel online kan lezen als u geld geeft aan De Standaard.



Het land lijkt verdeeld in twee groepen mensen: zij die geloven in het Belgische verhaal en zij die de Vlaamse identiteit in alle opzichten superieur vinden aan dat artificieel Belgisch concept. Oh, en alle mensen die zich niet zo opwinden over dat soort holle symbolen, maar hen horen we niet, dus zij zijn niet relevant.


Omdat ik me mijn relevantie erg aantrek, wil ik toch vermelden dat ik voluit 'welles!' ga roepen waar Peter De Roover 'nietes!' schrijft. Want dat hij zich honend uitlaat over een verwijzing van Kristof Calvo naar een Belgische realiteit verbaast me niet van iemand die stellingen met argumenten verwart, en polemiek met overtuigingskracht.

Wat ik aan de andere kant wel ('wel!') grappig vind, is dat hij de 'sociologische realiteit voor de mensen die er wonen', in Vlaanderen welteverstaan, staaft met een verhaal over zijn concentratieschool. Dat is immers een microkosmos, en het plakken van een Vlaams etiket op hun gedeelde waarden en opvattingen is niet accurater dan een Belgisch etiket. De Luxemburger staat niet verder van de Antwerpenaar dan de West-Vlaming. Ik deel met allebei een deel van mijn leefwereld en snap niet waarom de ene wel en de andere niet tot mijn sociologische realiteit zou behoren.

Maar ik kan wel redenen bedenken waarom Calvo voor een positief Belgisch nationalisme gaat, al wil ik hem zeker geen woorden in de mond leggen. Dat Belgiƫ met haar uit noodzaak gegroeid compromismodel waarschijnlijk beter slaagt in het opbouwen van een vreedzame samenleving op het kruispunt van Europa, bijvoorbeeld. Beter dan het gemythologiseerde Vlaanderen, alleszins, dat opnieuw en opnieuw, bij monde van haar voorvechters, die nette mensen, laat zien dat het eerder gericht is op afschermen en uitsluiten, met repressie als het kan, met socio-economische maatregelen als het moet.

Om maar te zeggen: pas op met het beperken van je realiteit, want voor je het weet is die niet groter dan je neus lang is.