Gouden draden
gesponnen met een verheven hand
schoonheid in elke vezel
en toch sta ik aan de rand
De ontluikende glimlach
minstens een koninkrijk waard
maar mijn enige rijkdom
zijn gloeiende embers uit de haard
Te vuur en te zwaard
achter mijn hartenwensen jagen
ik slaag enkel in verbeelden en hopen
maanden, weken, dagen
Het is vreemd, maar mijn poëzie *kuch* is van nature altijd tamelijk depressief (iets waar men mij gisteravond vermanend op gewezen had). Misschien is dat daadwerkelijk mijn innerlijke zelf, maar ergens betwijfel ik het toch.
Vreemd...
3 opmerkingen:
Nog steeds ... nog steeds ...
Waarom nog steeds die eindrijm?
Tja, ieder diertje zijn pleziertje. Het klinkt mij het best in de oren, en ik ga geen 'poezie' schrijven waarvan ik het ritme verafschuw.
Sorry...
Hmm, inderdaad. 'Over smaken valt niet te twisten' zegt men ook wel eens.
Ik heb op zich niets tegen eindrijm hoor. Af en toe op de juiste plaats met de juiste klank en hopla! je hebt een klein kunstwerkje. Maar het is een moeilijk stijlfiguur om origineel en fris mee te blijven. Je eindrijm moet als het ware uit de cadans van je gedicht vloeien in plaats van de cadans van je gedicht bepalen.
Misschien even illustreren. Dit vind ik goede eindrijm: (lees hardop)
Het achterland, verstilde bomenrijen
slechts bewogen door de wind
Vrij spel zoals ze klimt en haar
snelheid kan verhogen vanaf
’t punt waar ze begint.
Eindrijm werkt beter als het verborgen is onder andere rijmstructuren. Het is een techniek die erg bot overkomt als hij alleen wordt gebruikt. Het kapt je strofe af, als het ware. Voor de lezer komt het over alsof je er snel een eind aan wil breien op een nogal kleuterachtige wijze. (deze uitspraak spijt me een beetje, maar het is mijn mening) Ik denk dat je je eindrijm wat beter moet camoefleren, geef je gedicht wat meer krullen, dan wordt die ene krul wat minder stijf en onwennig.
Enfin, iedereen zijn eigen mening … juist ja, juist. Ach, naar goede gewoonte zetten we onze schrijfstijl-vete weer lekker voort. Ik denk niet dat we er ooit gaan uitkomen …
Ps. De strofe komt uit ‘Toonhoogte’, een gedicht van Intruder, meester der stijlfiguren.
Een reactie posten