woensdag, januari 30, 2008

Europa, voorbij God en de Staat

Ah, filosofie, altijd leuk, maar ik ben er niet heel bedreven in. Zoals seks, eigenlijk, maar ach, oefening baart kunst.



Ooit zal ons universum eindigen. Nadat de sterren zijn opgebrand en de planeten niets meer zijn dan veredelde asteroïden, zullen zelfs de zwarte gaten verdwijnen en zal er niets overblijven dat nog aan de Melkweg herinnert. Laat staan aan de mens. Slechts dan zal de geschiedenis werkelijk ten einde zijn. Dit wordt uiteraard pas over een onvatbare tijd in de toekomst verwacht (ruwweg over 1x10^100 jaar), maar het maakt elke verwezenlijking, op welk vlak dan ook, ultiem nutteloos, als het perspectief maar breed genoeg is. Niettemin gaat de mens op zoek naar een zingeving die niet enkel het eigen leven, maar alle leven een doel kan geven. Een ver verheven vaderfiguur die ons weet te beschermen tegen verantwoordelijkheid en ons afschermt van een mogelijkheid om een eigen zingeving op te bouwen.

Er vielen mij twee dingen op bij het lezen van 'Het Europa der filosofen'. De (ingebeelde) voordehandliggendheid van Europa en het ver doorgedreven christelijke gedachtegoed. Beiden getuigen van een drang naar profilering, naar het vinden van een positie, van het individu binnen de groep en van de groep tegenover andere groepen.

Van Novalis tot T.S. Eliot, het christendom lijkt de plakband die ons bijeen houdt, of die ons bijeen zou houden, moesten we Jezus in ons hart accepteren. En uiteraard heeft religie een verbindende functie; net als het nationalisme creëert de religie een ingesloten en een uitgesloten groep, wat een belangrijk onderdeel vormt van elk groepsgevoel: een groep bestaat immers pas bij de gratie van zij die niet in een groep zitten.
Het standpunt dat vaak wordt aangedragen is dat de Europese eenheid zoek is sinds het christendom in verval is geraakt, soms aangevuld met de aanmaning om ons leven opnieuw rond de kerken te centreren. Hoewel er iets voor te zeggen valt, dat het gevoel 'Europa' op z'n minst voor een deel samenviel met dat van de christelijke god, is een terugkeer naar dat bindmiddel uitgesloten op sociologisch vlak (teveel verschillende levensbeschouwingen), op ethisch vlak (te ver doorgedreven secularisering) en op moreel vlak (te weinig waarheid in de doctrine).

Het nationalisme – in wezen ook een manier om een in- en een uitgesloten groep te creëren, maar dat met een land in de plaats van een god – werkt niet in Europa als geheel, waarschijnlijk voor een deel omdat er geen gemeenschappelijke taal bestaat, maar evengoed omdat vrijwel alle samenwerking zich in abstracte wandelgangen voordoet, of meer gezien wordt als een samenwerking tussen een aantal Europese landen, eerder dan een samenwerkend Europa. Daarnaast waren de twee grootste oorlogen van Europa in de vorige eeuw oorlogen met zichzelf, wat een eenheidsgevoel ongetwijfeld nog steeds in de weg zit. De Verenigde Staten van Amerika, bijvoorbeeld, kunnen zich wel beroepen op een eenheidstaal, hebben alleen al in de laatste zeventig jaar als natie twee externe vijanden verslagen en kunnen zich momenteel nog steeds beroepen op een wij/zij gevoel vanwege de zéér abstracte tegenstellingen freedom vs. terrorism en (iets minder vaak verwoordt, maar wel aanwezig) christianity vs. islam. Betrekkelijk '1984' allemaal en niet onmiddellijk een benijdenswaardig alternatief.

Dat Europa deze maatschappij-scheppende functies ontbeert, betekent echter eveneens dat we zelf kunnen kiezen wat ons bindt, wat ons profileert. Aangezien er meer redenen zijn om voor een hecht samenwerkend Europa te pleiten dan om het te ontbinden, dient er gezocht te worden naar een nieuw samenhorigheidsgevoel, en dat op zich is al een eerste stap. Het verschil tussen een geografische regio die Europa heet en een Europa als cultureel geheel is echter niet iets dat zonder een actief ingrijpen tot stand zal komen. Want hoewel men wel kan spreken van een Europese cultuur, is dit niet enorm verbazingwekkend, daar regio's die actief culturele producten uitwisselt na verloop van tijd op bepaalde vlakken naar elkaar zullen toegroeien.

De belangrijkste reden voor een actiever Europabeleid is echter meer dan een intellectueel of cultureel samenwerken: het aanpakken van de problemen die de mens in de komende eeuw moet zien te overwinnen, wordt hoe langer hoe minder mogelijk op een nationale schaal. Het emotionele nationalisme heeft dan ook geen plaats in een interculturele wereld, evenmin als het christendom, aangezien beiden uitgesloten groepen creëren die niet zonder risico uitgesloten kunnen worden, in de eerste plaats vanwege het morele overwicht (ie. het is niet mogelijk een baken van iets Goeds of Waarachtigs of wat dan ook te zijn, bij het uitsluiten van groepen op basis van religie of nationaliteit, of wat dan ook, me dunkt), maar evengoed omdat Europa te divers is, zelfs alleen West-Europa, om onder één enkele op emotie gebaseerde ideologie te verenigen.

In plaats daarvan is er nood aan een intellectuele vereniging van Europa, die in wezen in de scholen moet beginnen. Omdat de noodzaak bestaat, uiteraard, om ons te verenigen, niet slechts vanuit praktisch oogpunt, maar ook vanwege het ideologisch aspect: een hechte samenwerking tussen een grote en diverse groep is een onvermijdelijke toekomst, en ongetwijfeld een moeilijke, maar mensen hebben iets nodig om naartoe te leven, zeg maar om in te geloven. En als dat geen god is, en als dat geen staat is, waarom dan niet de mens zelf?

Europa is geen eindpunt, maar de mogelijkheid op een nieuw begin; geen tabula rasa, maar toch een omgedraaide bladzijde. Een samenwerking die niet steunt op gemeenschappelijke waanbeelden, maar op de rede en het zoeken naar de onbereikbare waarheid. Die waarheid (of Waarheid) zal niet begeleid worden door tromgeroffel en trompetgeschal bij haar ontdekking, maar zal slechts de waarheid zijn door de verdediging van de rede, niet door de aanval op de leugen.
Europa is geen eindpunt, Europa is de mogelijkheid op een nieuw begin; een model voor een mensheid die actief probeert om te doen wat goed is, niet slechts voor zichzelf en zijnen en de haren, maar voor elke actor, los van de kleinmenselijke vooroordelen en emoties die zo veel internationale betrekkingen lijken te tekenen.

En ja, het is ultiem nutteloos, maar dat wil niet zeggen dat het nutteloos is: als we geen zekerheid kunnen hebben over onze realiteit, wil dat niet zeggen dat we ze niet kunnen en in wezen moeten proberen te verbeteren. Empathisch handelen, liefst ook vanuit het gevoel, maar minstens vanuit het idee dat elke persoon tot een evenwaardige rede in staat is. De eigen waarheid verdedigen, zonder de poorten te sluiten voor twijfel en evolutie. Europa heeft geen nut als vage verzamelnaam van landen of geschiedenissen, maar moet zichzelf definiëren, niet in oppositie tot anderen, maar vanuit de mogelijkheden die het heeft.

Als dat allemaal echter niet lukt: onderzoekers van de Universiteit van Chicago hebben berekend dat over (ruwweg) 1x10^1055 jaar er een nieuwe Big Bang zal zijn, ontstaan uit het lege kerkhof van ons universum. Misschien gaat het dan beter.

Geen opmerkingen: