donderdag, oktober 02, 2008

Buiten wijken, deel 1

Twaalf dagen met slechts één doel voor ogen. En nu sta ik hier, op een plaats die ik enkel ken doordat ik er ben. Alle buitenwijken lijken op elkaar. In West-Europa alleszins. West-Europa, dat is nog steeds vaag. Er hangt wat verder een bord met 'Bahnhof'. Duitsland dus, of de Oostkantons. Dat laatste zou betekenen dat ze in een cirkel heeft gewandeld, ik haar achterna. Niet onmogelijk.

Twaalf dagen met enkel haar foto en haar naam om me te leiden. Maar het is bijna voorbij. Wie weet wat er dan begint. Ze zit verderop. Dat weet ik. Maar niet waarom, waarom zij daar zit of ik dat weet. Elke stap is afgemeten. Ik bevind me buiten mijn verbeelding, in de blinde vlek van mijn bewustzijn, geen enkel idee wat ik kan verwachten.

Ze staat verderop, te wachten. Als iemand de situatie controleert, ben ik het niet. Onze blikken haken in elkaar, de straatlampen springen uit, mijn hart mist een slag. Ik zie enkel duisternis. Haar lippen op de mijne. Langzaam wennen mijn ogen aan de duisternis. Er speelt een flauwe glimlach om haar mond, maar ze is niet vrolijk. Verdriet of schuld, ik hoor het ook in haar stem.
“Je had thuis moeten wachten.”
Ik zeg niets, heb nog niet volledig verwerkt dat ze me gekust heeft.
“Waarom gaf je niet op?”
Ik weet het niet, in die mate dat ik zelfs mijn schouders niet ophaal.
“Het spijt me.”
Het is te donker om te zien dat ze iets vast heeft. Maar ik voel het nog wel, iets hard en iets zwaar, wanneer ze me recht op mijn slaap raakt.
“Het spijt me.”
Enkel een blinde vlek.

Geen opmerkingen: