woensdag, mei 02, 2007

Hoofdstuk Drie

Wel, dit wordt weer het laatste deel voor even; misschien komen er later nog vervolgjes, maar wees gerust, ondertussen zal u nog wel genoeg gezever krijgen over mijn dagelijks leven.

De honderd kilometer tussen Illian en de havenstad Ostan was voor de revoultie waarschijnlijk de drukste en best onderhouden weg van heel het continent geweest. Kaemlin voerde voornamelijk graan en olie uit naar Lannar en kreeg wijn en wapens in ruil. Doordat het zo belangrijk was voor de handel, werd de route tussen Illian en Ostan simpelweg de Weg genoemd. De wapens en wijn van Lannar hadden echter tot gevolg dat er geregeld onrust uitbrak in de havenstad, wanneer een groep zeelui of voermannen, die de wijn zonder belasting konden kopen, zichzelf opjutte en paar kisten met wapens aansloegen. Het waren geen revoluties – ze waren de dag erna meestal zelf vergeten waarom ze het nu weer hadden gedaan en waarom ze geëxecuteerd gingen worden – maar het verstoorde de vlotte handel. Na een aantal van zulke incidenten probeerde Westin de Onderhandelaar de wijn duurder te maken, wat enkel tot gevolg had dat de matrozen en voermannen de handen in elkaar sloegen en nu ook nuchter de wapens ter hand namen. Drie dagen later stond de koning zelf met tweeduizend soldaten op het marktplein van Ostan met de leider van de opstand op de knieën voor hem. Zijn naam was Leland Vurkas. Hij was de eerste stuurman op een van de grotere schepen en iets eloquenter dan de meeste matrozen. Op het moment dat Westin hem ter verantwoording riep, glimlachte hij en zei “U hebt ons nodig, en wij willen onze wijn. Als onderhandelaar kan u dit compromis zeker aanvaarden.”
De koning glimlachte ook, maar voor hij antwoordde haalde hij een simpele dolk, zonder enige versieringen, van onder zijn mantel. “Onderhandelingen zijn tussen gelijken. Wij zijn geen gelijken.” Met die woorden stak hij de dolk tussen de derde en vierde rib van de verbouwereerde stuurman. Hij haalde een witte zakdoek uit zijn mouw om de dolk af te vegen en draaide zich om naar zijn kapitein. “Executeer er nog zes anderen, drie matrozen en drie arbeiders. De rest mag terug aan het werk.”
“Sire?”
“Dan selecteer je duizend soldaten die zich bewezen hebben en die bevelen opvolgen. Alle bevelen. Als mijn onderdanen zichzelf niet in de hand kunnen houden, zullen wij dat doen.”

Dat, zo gaat de overlevering, is het verhaal van het ontstaan van de Wijnzwaarden. Hun opdracht was simpel: de orde in Ostan en op de Weg handhaven en voor een probleemloze doorvoer zorgen, kost wat kost. Dit lukte wonderwel, zeker nadat er in de eerste maand meer dan zeventig mensen werden geëxecuteerd, waaronder een aantal rijke handelaars die hadden geklaagd over de stringente veiligheidsmaatregelen. Hierna werd het rustiger en hoewel Ostan op een belegerde stad begon te lijken waar niemand nog buitenkwam als het niet absoluut nodig was, waren er altijd genoeg werkkrachten die tegen een hongerloon zwaar werk wilden doen. Door het schijnbaar onverdeelde succes van de Wijnzwaarden werd het aantal soldaten onder de twee volgende koning uitgebreid naar vijftienhonderd.

Iets meer dan honderd jaar na hun ontstaan, werd de koning van Kaemlin op het kerkaltaar onthoofd door hertog List Arkanas en werden de vijftienhonderd Wijnzwaarden vogelvrij verklaard. En zo werd de weg tussen Illian en Ostan, de Weg, waarschijnlijk de meest onveilige en slecht onderhouden weg van heel het continent.

Geen opmerkingen: