donderdag, april 12, 2007

Out cold

Wel, het is al weer even geleden, maar wees gerust, ik leef nog.

Ondertussen heb ik mijn kamer opgeruimd, cursussen en verhaaltjes teruggevonden die tot zes jaar oud zijn, is mijn kamer opnieuw een stort geworden, ga ik een nieuwe computer kopen, heb ik alle vier de seizoenen van The O.C. gezien, en heb ik de afgelopen paar dagen al meer dan twaalf uur gewerkt aan het in orde krijgen van mijn oude computer voor mijn ouders.

Maar ik kan mijn weblog moeilijk volledig negeren en hoewel ik even heb getwijfeld om de specificaties van mijn nieuwe computer hierop te zetten, denk ik dat zelfs een slecht (maar echt wel slecht) verhaaltje van toen ik nog een jonge snaak was u meer zal interesseren. Vandaar, het onderstaande verhaaltje dat vreemde genoeg begint en eindigt in het midden van een zin. Cringe and enjoy!



grond, maar besef al snel dat het dee zoveelste 'test' is. Ik spring, met enige moeite, op mijn voeten en ga terug voor hem staan.
"Goed, twee seconden minder dan vorige week, gan nu naar het postkantoor, er ligt iets te wachten voor mij."
Zonder op antwoord te wachten draait hij zich om en gaat verder met het lezen in zijn krant. Ik wandel door de hoge glazen deuren, kijk nog een keer naar de heldere kamer, en denk terug aan de herinnering die ik er aan heb. Mijn ogen beginnen te tranen en ik wandel snel weg, om represailles te vermijden.
Door de ietwat vervallen hoofdstraat slenterend, dwalen mijn gedachten af en bemerk ik te laat dat er iemand anders, een man, uit de andere richting komt. Ik bots recht tegen de man op en wanneer ik mijn blik op zijn gezicht richt, zie ik dat het vertrokken is van woede. Snel, voor hij iets kan zeggen of doen glip ik een steegje in, met slechts één gedachte, namelijk zo snel mogelijk weg komen. Ik ren mijn benen van onder mijn lijf, links, rechts, rechts, links, en merk te laat op dat ik in de buitenwijken terechtkom, die na de opstand tot sloppenwijken zijn gedegradeerd. De laatste keer dat ik hierin was gesukkeld was ik brutaal mishandeld en verkracht en aangezien ik dat niet nog eens wil meemaken druk ik me tegen een van de vervallen huizen en overkijk de buurt. Het asfalt vertoont barsten en het onkruid tiert welig op de stoep. Wat kinderen spelen voetbal op de straat met een bierflesje, in de verte hoor ik een aantal geweerschoten, zoals in de misdaadfilms, maar de politiesirenes blijven uit... Ik wandel wat vooruit, mezelf zo klein mogelijk maken om niet op te vallen, maar in de verte zie ik al een paar kerels raar naar me kijken. Ik draai me snel om, maar als ik omkijk zie ik ze in mijn richting lopen. Weer dragen mijn benen me voort, zonder dat mijn ogen iets zien. En ja hoor, weer loop ik tegen iemand op. Een jongen die niet veel ouder kan zijn dan ik er op zijn minst even haveloos uitziet. Hij kijkt verbaasd als hij mij ziet en vraagt wat er aan de hand is.
"Oh, je moet me helpen, ik word achtervolgd door een paar kerels, en ik betwijfel of ze iets goeds van plan zijn."
"Snel, kruip hierin."
Hij open een vuilnisbak en zonder aarzeling kruip ik erin. Even later hoor ik voetstappen.
"Hey Nicholas, heb jij geen grietje zien voorbij lopen?"
"Jawel, toevallig heb ik er eentje gezien." antwoord de jongen.
"En jij gaat er niet achteraan?"
"Jim, Jim, je kent mijn geaardheid toch."
"Ah, juist, jij bent een pot, vergeten."
Ik hoorde een doffe klop en er klonken verwijderende voetstappen. Even later



En weet u wat het ergste is van al? Ik kan het excuus van 'ik was nog maar 15' niet echt gebruiken, want misschien herinnert u zich dit niet meer, maar ik wel...

Geen opmerkingen: