donderdag, december 30, 2004
Ik en de vis
daar waar mijn vis met zijn hoofd tegen de muur bonkt en een spiegelbeeld niet van een echte vis kan onderscheiden, zit ik tot een luttele zeven uur 's ochtends een spelletje online te spelen (een MMORPG voor de ingewijden onder u, namelijk Anarchy Online; ik ben toch nog altijd een echt computernerd).
Een blokvakantie noemen ze dat dan...
Nu ja, ik studeer wel degelijk, en ik heb het gevoel genoeg te studeren, maar gezond kan dit toch niet zijn.
Ik heb nog wel een grappige kerel leren kennen, maar eigenlijk weet ik niet of het een man of een vrouw is, piepjong of stokoud, een Amerikaan, Europeaan, Aziaat of wat dan ook.
I love the internet, but I hate my addictive personality...
ps: ja, ik ben een normaal functionerend lid van de maatschapij, mijn nerdiness is een deel van mij, maar definieert mij niet. Ouderjaar gaat mij zelfs veel meer kosten, economisch en lichamelijk...
Don't cry for me, I'm already wasted...
woensdag, december 29, 2004
Het is wat dan ook
Rond 22u53 heden avond heeft ze onomstotelijk bewijs gekregen dat ik een opdringerige gek ben. Wat ben ik toch een ongelooflijke lul.
Great plan, Folker.
*zucht*
Ik denk dat ik tegen mijn spiegelbeeld ga racen, heen en weer, heen en weer, en elke keer vlak voor het einde tegen een onzichtbare muur botsen.
Mijn vis doet het ook; hij lijkt gelukkig... Gek, maar gelukkig.
dinsdag, december 28, 2004
Bah...rbara Debusschere
Vandaag op de voorpagine van de Egokatern van De Morgen: (en ik parafraseer) mensen moeten stoïcijns zijn en elke dag het ergst verwachten en dan raakt een ramp (en dan met name de afgrijselijke aardbeving in Azië) hen niet meer.
Ondertussen hoor ik op de radio 'het dodental heeft net de kaap van de 50.000 overschreden'.
Bah, wat een verwaande, groffe arrogantie. Alsof je je op welke manier dan ook kan voorbereiden op een aardbeving met een sterkte van 9.0 op de schaal van Richter.
Verwaande ****; en dan nog met zo'n achternaam...
maandag, december 27, 2004
De flikken, a moaten
Het was een geniaal staaltje televisie.
Er werden twee verhalen door elkaar getoond:
aan de ene kant had je een wijkagent van de oude stempel (met een echte moustache) die geen crap van niemand aannam, van de oude antwerpenaar ('Maar ik zou die sirenes wel gehoord hebben, moesten ze eraan komen' - 'Ja, ze kunnen het altijd wel uitleggen'), noch van de (tamelijk) jonge migrant ('Je parle français' - 'En derjust verstond ge me nog perfect; dan zal kik u nen bon moete geven, hé'). Bij de stukken ertussen, als hij aan het wandelen is, klinkt er een cool muziekje, als was hij inspecteur Clouseau.
aan de andere kant waren er twee agenten die een (gesloten) winkel onderzochten waarvan de deuren niet op slot waren. ze gingen binnen, elk met hun maglight (oh, yeah) en een hand op hun pistool; occasioneel namen ze hun pistool ter hand, om wat later te knoeien met de deur van de koelruimte.
Moraal van het verhaal: het was in se even oninteressant als andere docusoaps, maar door de montage en de muziek was het een zeer aangename kijkervaring.
Er gaat slechts 1 ding boven een arrogante Antwerpenaar: een arrogante Antwerpse flik
zaterdag, december 25, 2004
Monoloog van de berg Heliocon
opdracht: schrijf een korte monoloog vanuit het standpunt van de berg Heliocon (waarop Pegasus zich afduwt en zo de bron creëert waarin de zeven muzen zich laven)
Iedereen denk altijd dat híj op de spil van de geschiedenis staat, dat zíjn tijd op aarde te boek zal staan als een van de revolutionaire passages der menselijke historie.
Ik heb meer dan alleen maar steden zien komen en gaan: ik heb goden zien baren en goden zien sterven; ik heb heelder maatschappijen de wereld zien veroveren, om in een oogwenk tot op de rand van het uitsterven gebracht te worden…
De hoef die nu mijn rotsen splijt, de pijn die ik nu voel, deren me niet. Niet als deze boodschapper eindelijk het begin van een nieuw tijdperk inluidt. Want terwijl zijn machtige vleugelslag mijn bloed doet vloeien, laaft mijn water reeds de redding van mensen en goden.
Drinkt, mijn kinderen, en behoedt hen van zichzelf.
Drinkt, en maakt mijn offer niet vergeefs.
Zalig...
Om even met een klein aantal conventies te breken (moest ik met allemaal breken, ik zou taal noch internet kennen):
Gisteren stond in de krant 'Kerstmis gaat niet over het aantal lichtjes in je boom'
Zucht
Ze heeft gelijk: kerstmis is de zoveelste 'consumeer meer dan normaal' dag, nog niet heel oud, noit met zuivere bedoeling verbonden.
Ik geniet ervan, no doubt about it, maar ik ga niet één dag per jaar de heilige uithangen.
Ik ben het hele jaar door mijn vuile, seksistische, menslievende, liefhebbende, stralende, arrogante, lullige, onnuttige, mooie zelf.
Beste wens?
Dat ik niet verander; de narcist in mij zou hartzeer krijgen...
vrijdag, december 24, 2004
Marie bewonderde
Deze keer was er echter een merkwaardig verschil. Men had haar reeds lang gezegd dat het de normaalste zaak van de wereld was; meer zelfs: er werd beweerd dat bewonderen alleen maar op die manier mogelijk was.
Toch was dit de allereerste keer dat ze aan de lijve ondervond dat het niet alleen mogelijk was om iéts te bewonderen, maar ze kreeg ook een vaag vermoeden dat het inderdaad wenselijk was. Ze had alleszins een onmiddelijk gevoel van verwezenlijking, iets waar ze ander lang op moest wachten.
De buschauffeur leek echter een probleem te hebben. Hij had al twee maal 'Kan ik u helpen?' gevraagd, maar Marie - die op dat moment volledig was aan het opgaan in 's mans fijn gekrulde snorharen - bleef haar gezicht op een luttele twee centimeter van het zijne houden.
Ze verplaatste haar bewondering net naar zijn neus, toen hij even opzij keek en hun neuspunten elkaar kort raakten. Door deze onverhoopte gunst viel Marie in kattenzwijm op zijn arm, die daardoor het stuur naar rechts trok. De bus kon niet anders dan gehoorzamen en reed een eindje op een buigende verkeerspaal, die toevallig boog op het hoofd van een ongelukkige passant die net drie uur de liefde had bedreven met zijn minnares en nu op weg was naar huis om hetzelfde te gaan doen met zijn vrouw. Hij moest echter de tram hebben.
Marie kwam nog net op tijd bij bewustzijn om te zien hoe haar buschauffeur haar gebruikte als opstapje om weg te raken, heel de tijd hoog en schriel gillend.
'Ach,' dacht ze, terwijl de vlammen aan haar schoenen likten, 'hoe zal ik ooit zo'n man het hof kunnen maken.'
Dit is geïnspireerd op de titelzin, die tijdens de les Algemene TaalKunde als voorbeeld werd gebruikt. Aangezien de les zelf niet heel interessant was, leek dit me productiever...
dinsdag, december 21, 2004
Overcharging; when good pubs go bad...
Zeven mensen, 18 tot 24 (gok ik, vergeef me als ik me vergis), zitten in een café op de Waalse kaai. Ik zeg u de naam van dit café niet, simpelweg omdat ik het niet weet; in dit geval geloof ik niet in het 'beschermen van de betrokkenen' (in dit geval!).
Heel gezellig, gespreksonderwerpen van de Tik-tak baby tot Milk inc. passeren de revue, en rond middernacht besluiten we door te gaan.
Twee van ons gaan al de vijf pinten (samen) hadden gedronken afrekenen. De overige vijf krijgen de rekening op hun tafel.
We tellen: 2 pintjes teveel.
We tellen nog eens, alle zeven afzonderlijk: 2 pintjes teveel.
Goed, iedereen is menselijk, dus ik stap samen met iemandnaar de barman en we kaarten (wel, ok, zij kaart) de inconsistentie aan. De man weigert zelfs maar te overwegen dat hij een fout heeft gemaakt en durft zelfs te zeggen 'Ik drink geen bier'.
Één van de twee die op voorhand hadden afgerekend had gezien op het schermpje meegekeken en had gezien dat er drie 'groepen' pintjes opstonden: 1 van vier vanboven, 2 in het midden en 1 van 3 vanonder, gescheiden door Duvel en Westmalle Triple. Op de rekening die wij gepresenteerd kregen, waren echter enkel de onderste drie geschrapt.
Ik was mijn jas gaan aandoen en iedereen stond op het punt om door te gaan, maar ik voelde mij zo grof behandeld dat ik dit niet over mijn kant kon laten gaan.
Goed, we moesten morgen naar school of gaan werken, het was koud, we waren moe en het waren maar twee pintjes, maar het was een van de zeldzame keren dat mijn principes me parten speelden (ik heb er niet veel, maar ik verdedig ze des te heftiger).
Ik zie de barman (geen familie) onze rekening in een grote pot met rekeningen doen en vraag dan ook om de rekening met de vijf pintjes te zien. Hij rommelt even in de pot om dan aan de andere barman, die achter te toog staat, te vragen of hij even in de vuilbak wil kijken om die rekening te zoeken.
Vindt u dit verdacht? Ik alleszins wel, aangezien ik ten zeerste betwijfel of er op de vier minuten tussen hun afrekenen en het onze er andere mensen hun rekening hebben vereffend. Neen, sorry, ik betwijfel het niet; ik weet dat het niet is gebeurd.
Ondertussen is het grootste deel van onze groep al naar buiten en wordt de discussie tussen mij en de barman een tikje heftig. Een van de meisjes (die bij ons hoorde) kwam er echter tussen als pseudo-volleerd diplomaat en kalmeerde ons beiden (min of meer) om mij dan naar buiten te sleuren. Het rekeningetje bleef even onbestaande...
ps: ik zal de naam van het café later nog toevoegen. U mag er gerust nog iets gaan drinken van mij (het zou maar erg zijn anders), maar een verwittigd persoon - wat ben ik toch politiek correct - is er twee waard.
maandag, december 20, 2004
Drifting apart, like wreckage during a storm
the figure / symbol of Justice
Aldus een recente uitgave van de electronische Van Dale N-E.
Lady Luck, aan de andere kant, staat niet in E-N, maar is bij mijn weten een geijkte uitdrukking. Hiervoor bestaat dan weer geen nederlands equivalent (jaja, Vrouwe Geluk, maar ik moet de eerste die dat zegt nog tegenkomen).
Dit heeft geen enkel direct nut, maar ik vind het gewoon tamelijk opvallend.
Verder nog iets waarop ik door 'research' voor dit stukje ben gestoten op een goksite:
The Swastika is the oldest cross and emblem in the world. Although not fully agreed upon, its origin is said to come from a combination of four ‘L’s standing for luck, light, love and life.
Ha, yeah, right, de Romeinen, Boedhisten en Germanen spraken ook al over luck, light, love and life. Etnocentrisme is de term, geloof ik.
Nu, ja, mooie gedachte, nietwaar?
ps: nieuwe bevlieging, nieuwe lay-out
donderdag, december 16, 2004
De rethoriek van de intellectueel
"Al de vale paarden van de apocalyps zijn door mijn leven gestormd, revolutie en hongersnood, geldontwaarding en terreur, epidemieën en emigratie; ik heb de groote massa-ideologieën onder mijn ogen zien groeien en zich verspreiden, het fascisme in Italië, het bolsjewisme in Rusland en bovenal die oerpest, het nationalisme, dat de bloei van onze Europese cultuur heeft vergiftigd. Ik moest een weerloze en machteloze getuige zijn van de onvoorstelbare terugval van de mensheid in een barbarij die we allang vergeten waanden, met een bewust en programmatisch dogma van anti-humaniteit. En het was ons deel, zinds eeuwen weer oorlogen zonder oorlogsverklaring, concentratiekampen, folteringen, massale rooftochten en bombardementen op weerloze steden te zien, allemaal bestialiteiten die de laatste vijftig generaties niet meer hadden gekend en die de toekomstige generaties hopelijk niet meer zullen dulden"*
Wauw...
*Stefan Zweig (1990), De wereld van gisteren. De Arbeidspers, privé-domein, Amsterdam, ps. 16, 17.
woensdag, december 15, 2004
films versus Film
Ik ga niet zeggen dat de film goed was. Dit omdat mensen bij 'goed' altijd een beeld krijgen van The Godfather, Trainspotting, The Shawshank Redemption of Pulp Fiction.
Een Landrover Defender zal niet zo snel optrekken als een getunede Porsche 911 Carrera, maar probeer maar eens van de geasfalteerde wegen te gaan met die Porsche. Dit maar om aan te duiden dat de meeste dingen een bepaal gebruiksdoel hebben en het nooit zo goed zullen doen indien het voor iets ander gebruikt zal worden.
Blade Trinity is dus een comic verfilming; verwacht dus geen subliem acteerwerk, een enorm diepgaand verhaal of prachtige fotografie. Flitsende beelden, opzwepende muziek, humor die een tikje lullig is (maar daarom niet minder grappig) en minstens één mooi meisje in een hoofdrol. Voila, Blade Trinity.
De actiescènes zijn heel mooi, hoewel het af en toe ietwat te onoverzichtelijk wordt, naar mijn smaak. De vampierjagers beschikken over leuke, absurde wapens en snufjes zoals een boog, electrische pistolen (ik snap het nog niet helemaal), kogels met zilver of een UV ontploffing en 'The Arc' ('The two tips are connected by a UV beam, half as hot as the sun').
Jessica Biel, die dus dat mooie meisje in een hoofdrol is, ziet eruit om op te eten, ondermeer omdat ze loopt en vecht in een zeer sexy outfitje (eat your hart out, Catwoman). Wesley Snipes, onze ietwat antipathieke half-vampier, speelt zijn rol niet als zodanig, hij is eerder een belichaming van Blade: hard, cynisch en cool (zelfs als hij 'coutchicou' zegt tegen een baby die hij net gered heeft).
De slechterik van dienst is Dracula, I kid you not. Hij doet het niet slecht, maar ik vond persoonlijk Deacon Frost (de slechterik uit Blade I) toch angstaanjagender.
Beter dan een hond met vampierenDNA hoor ik u al denken; helaas, ook die spelen een rol in Trinity. Ach, ja, een mens moet zijn film met iets vullen.
Het probleem is echter dat ik dat gevoel wel meer kreeg, dat ze hun film gewoon aan het vullen waren. Niet echt vaak, maar soms ontsnapte het nut van een bepaalde scène mij volledig. Storend werd dit echter nooit.
Om af te sluiten: ook Trinity ontsnapt niet aan het huidige 'als-we-overal-reclame-instoppen-zullen - ze-er-wel-door-beïnvloed-worden' fenomeen. In dit geval gaat het om Apple in het algemeen en de I-Pod in het bijzonder. Maar als ze hiermee de echt wel héél mooie CGI (Computer Generated Images) - en eens te meer: eat your hart out, Catwoman - konden bekostigen, so be it.
maandag, december 13, 2004
Man can dream
Love Me Do
The Beatles
Love, love me do.
You know I love you,
I'll always be true,
So please, love me do.
Whoa, love me do.
Love, love me do.
You know I love you,
I'll always be true,
So please, love me do.
Whoa, love me do.
Someone to love,
Somebody new.
Someone to love,
Someone like you.
Love, love me do.
You know I love you,
I'll always be true,
So please, love me do.
Whoa, love me do.
Love, love me do.
You know I love you,
I'll always be true,
So please, love me do.
Whoa, love me do.
Yeah, love me do.
Whoa, oh, love me do.
zaterdag, december 11, 2004
I'm my bestest friend
Als inleiding kan dat tellen.
Het hoofdartikel ging over ingebeelde vriendjes en over hoe die de emotionele ontwikkeling bevorderen. Ouders hoeven dus niet ongerust te zijn (fat chance). Maar voor één keer wil ik Ego wel gelijk geven. Ik heb in zekere zin ook een imaginaire vriend (jaja, over de imaginaire vriendin zijn we het allemaal al langer eens), zei het dan niet iemand met knopen als ogen die ik consequent 'Danny' noem.
Neen, mijn steun en toeverlaat in de harde wereld ben ikzelf. Deze entiteit - ik zal hem ik-bis noemen - is zeer rationeel en kan enkel door slaaptekort of intoxicatie uitgeschakeld worden, hoewel hij zelfs dan op de achtergrond aanwezig blijft denk ik, aangezien ik nog nooit stomme dingen heb gedaan in welke toestand dan ook (wel, goed, dat is ook weer een leugen, maar een veralgemening op z'n tijd leidt zelden tot spijt). Ook als ik mij verveel weet hij altijd een discussie op gang te trekken die genoeg entertainmentwaarde bevat om mij niet luid en genant te doen zuchten.
Ook behelst hij mijn zelfdiscipline, waardoor het jammer is dat ik me zelden verplicht voel naar hem te luisteren.
Ik ga er vanuit dat het artikel eindigt met te zeggen dat de kinderen hun imaginaire vriendjes op een bepaalde leeftijd loslaten (Ego vindt zelden iets nieuws, ze recycleren vooral); maar aangezien ik betwijfel dat twee mensen ooit perféct bij elkaar kunnen passen (als vrienden, als minnaars of als wat dan ook), blijf ik bij mij letterlijke wederhelft, wiens lotgevallen zo nauw met de mijne samenhangen, dat je haast van eenzelfde persoon kan spreken.
ps: het trutje is vershwunden (pardon my french); victorie van de ratio?
dinsdag, december 07, 2004
Something like 'Poochy', but a little more...proactive
Fast forward to the present day.
Ik wandelde gisteren naar huis en kwam voorbij het politiekantoor op de Oudaan. Ik zie daar een beschilderde oproertruck staan (grote truck, grote banden, bepantserd, donkerblauw, u kent ze wel) waar op de achterkant: 'proactie en preventie' opstaat.
Dus, goed en wel thuisgekomen zoek ik het op in het woordenboek op mijn computer. Niks.
Dus, goed en wel thuisgekomen zoek ik het op in het woordenboek in mijn kast. Niks.
Dus, goed en wel thuisgekomen zoek ik het op in het Engels-Nederlands woordenboek op mijn computer.
pro·ac·tive ['prou'wktiv] (bijvoeglijk naamwoord) (psychologie)
proactief
context
proactive inhibition
proactieve inhibitie
Great. Dan zullen we het maar als een samenstelling bekijken.
'pro-'
1 gunstig gezind ten opzichte van het genoemd
2 plaatsvervangend
'actie'
1 handeling, werking
2 gezamenlijk opgezet en tot uiting gebracht streven
3 gevecht, ontmoeting met de vijand
4
5
Conclusie: nu heb ik totaal geen idee meer wat het zou kunnen betekenen, aangezien de tien verschillende mogelijkheden (2x5, savvy) in enorm veel omstandigheden zouden gebruikt kunnen worden.
Ach, ja, ik ga me er niet te proactief tegenover opstellen...
maandag, december 06, 2004
I'm the king of the world!
De reden hiervoor lijkt me duidelijk: de enige koning van de wereld ben ik.
Duh...
zaterdag, december 04, 2004
Act 1, scène 2
H: Elke boreling is een sterveling.
M: Wat ben jij weer vrolijk.
H: Elke boreling is een sterveling.
V: Hij heeft een goudstuk en denkt dat hij de schat gevonden heeft.
H: Iedereen sterft toch, uitstel is geen afstel.
V: Cowards die many times before their death. The valiant never taste death but once. Aldus Shakespeare.
H: En dat betekent...
V: Dat iemand die lang en veel piekert over de dood zichzelf nutteloos radeloos maakt, terwijl hij die zich er niets van aantrekt er enkel op het einde van zijn leven mee wordt geconfronteerd.
H: Ik heb mijn piekeren al gedaan en mijn conclusies al getrokken.
V: En kijk, je bent er nog! Fantastisch! Kan je dan de rest van de aardappelen schillen, sterveling?
M: Plaag hem toch niet zo.
V: Slechts door prikkeling is er actie.
H: Zoals het schillen van aardappelen.
V: Bijvoorbeeld.
H: Holle wijsheid door een hol leven. Wat had ik anders verwacht.
V: Wat bedoel je daarmee?
M: Je doet zo vreemd vandaag.
H: Niets, niets, laat maar. Het maakt niet meer uit.
woensdag, december 01, 2004
Act 1, scène 1
Neen, dat wás de vraag. Ik heb mijn antwoord reeds gevonden.
De meeste mensen weigeren erover na te denken. Ze strompelen door het leven met een doel voor ogen waarvan ze weten dat ze het nooit zullen bereiken. U kent ze wel, 'the living dead', vastgeklampt aan de illusie van een strohalm. En de enige reden dat ze niet opgeven is hun onbewuste overlevingsinstinct; een overblijfsel van toen het menselijk ras nog voor het individu kwam. Toen leven nog werd overschaduwd door overleven.
Een machine die overbodig is geworden, breekt men af; een theorie die onwaar blijkt, wijst men af; en een gebarsten bord gooit men zonder moeite in de vuilbak.
Maar wat met een mens? Een mens zonder nut zal men niet recycleren; heeft hij geen waarde voor de maatschappij zal men hem niet de rug toekeren; heeft hij geen doel meer, zal er toch alles aan gedaan worden om hem doorheen het leven te slepen, met alle gevolgen vandien.
En waarom? Vanwege het christelijke idee dat God hem zal straffen? Of zodat hij toch zal blijven consumeren?
G: Omdat een mens nooit nutteloos of waardeloos is. Voor iemand die het verstand wil prediken, baseer je verdomd veel argumenten op gevoel. We hebben deze discussie al zo vaak gevoerd, jongen, en nooit slaag je erin om mij te overtuigen. Ik denk zelfs niet dat je jezelf overtuigt.
[H steekt een sigaret op en gaat op de rand van het podium zitten]
G: Wat als het doel van het leven simpelweg het leven zelf is?
H: Dan zijn er nog genoeg mensen om mijn plaats in te nemen. Je bent trouwens een schijnheilige hypocriet: je wil mij niet redden, je wil enkel jezelf redden.
G: Ik denk dat je een beetje in de war bent. Alles wat ik ooit heb gedaan was om jou te beschermen.
H: Eigenbelang. De enige reden die jij hebt om mijn mentale gezondheid in stand te houden is dat je gesteld bent op je privacy. Wat zei je ook weer? 'Moest je schizofreen zijn, dan zou ik waarschijnlijk het bed moeten delen met een kinderlijke nachtmerrie.' Toen vond ik het grappig, maar nu weet ik dat je het meende.
G: Ik laat niet toe dat je dit jezelf aandoet. Hoor je me?!
S: Laat hem toch met rust. Hij heeft zijn beslissing genomen en jij bent inderdaad een hypocriet.
G: Ik ben te laat, hé? De gekken hebben het gekkenhuis overgenomen!
H: Stop met je nietsbetekenende clichés, het is heel vermoeiend.
[G beent kwaad van het podium; S gaat naast H zitten]
S: Ben je er zeker van dat dit is wat je wil?
H: Er is geen andere uitweg, buiten die van het ingebeelde strohalmpje, maar ik heb mijn eigenwaarde nog.
S: In tegenstelling tot sommigen hier. Ik weet dat je van plan bent om het tegen je ouders te zeggen, maar denk je niet dat ze je op alle mogelijke manieren gaan tegenwerken?
[H haalt een pil boven]
H: Achtenveertig uur en het is gedaan. Niemand die er nog wat aan kan doen.
S: Just like that?
[H slikt de pil in]
H: Just like that.
zondag, november 28, 2004
Ik spring op een vliegmachien
Bear with me.
Ik ben vandaag naar de top van een berg geklommen. Maar ik had mijn parachute bij; ik heb mijn parachute altijd bij. 'Het drong tot me door dat alle schrijvers die iets te betekenen hebben een valscherm dragen' aldus Pol Hoste.
Ik had aan het vliegtuig gevraagd om rond een bepaald uur voorbij te vliegen - niet te vroeg, want ik moest nog andere dingen doen op de berg - maar ik heb nooit antwoord gekregen, slecht vage, ongegronde hoop.
Ik had gehoopt dat ik het vliegtuig zou zien, stralend onder de ijle zon. Dan zou ik springen, of ik zou het niet durven. Moest ik springen, dan kon ik ofwel opgevangen worden, ofwel heel diep vallen, verplicht mijn parachute te gebruiken of eronder door gaan.
Ik heb geen vliegtuig gezien; ik ben terug naar beneden gewandeld.
Ik had nog liever mijn parachute moeten gebruiken...
zaterdag, november 27, 2004
Hippe politieke correctheid
Ik zou het kunnen doen, zonder twijfel. Bijvoorbeeld over de prof van de KU Leuven (ofte KU Uit-zijn-voegen-gebarsten-boerendorp-waarvan-de-kerk/Kerk-nog-altijd -het-middelpunt-is; no offence) die zegt dat turbotaal helemaal niet zo erg is, want 'nu schrijven ze tenminsten, vroeger zeiden ze wat ze nu in een smsje zetten'; en jonge delinquentjes die van de politie wegrennen zijn ook goed, want die doen tenminste nog aan sport.
Oh boy...
Maar neen! Ik ga niet klagen!
Ik ga mezelf het kleed van de politieke correctheid aanmeten, kwestie van de mode niet altijd naast mij neer te leggen.
Ik heb vandaag een tamelijke wandeling gemaakt. Ik was van plan om in het Paters Vaetje een interactieanalyse te gaan maken en pakt dus tram 4 naar de Groenplaats. Alles zat vol, dus ben ik de Meir overgechokkeld (het is eigen aan mij) om aan te komen aan de UGC. Toch maar geen filmpje, naar de Rooseveltplaats en daar naar rechts, de tramsporen volgen. Ik had een reden om die weg te kiezen, maar het was mijn reden, en die doet nu niet terzake. Niettemin heb ik een dik anderhalf uur non-stop door 't stad gewandeld, en ik kan maar één conclusie trekken:
Lang leve onze samenleving!
Er leven iets meer dan anderhalf miljoen mensen in de provincie Antwerpen. Laten we er vanuit gaan dat ongeveer de helft hiervan, een ruwe 750.000, in 't stad zelf woont. 750.000 mensen op een uiteindelijk niet al te groot lapje grond.
Dit is een reusachtig aantal (alle relativiteit even terzijde), maar kijk eens om u heen: openbaar vervoer, openbare rioleringen, brandweer, politie, ziekenzorg, doorstromend verkeer (wel, ja), consumptie goederen en levensmiddelen voor iedereen,...
En wordt er iemand overvallen, dan is het grote paniek, het einde van de maatschappij zoals wij die kennen... Maar wat met al die mensen die dagelijks niét worden overvallen?
Ikzelf ben persoonlijk verbaasd dat het aantal gelijkaardige problemen zo laag ligt, als je kijkt naar de hoeveelheid mensen die op zo'n kleine oppervlakte samengehokt zitten.
Wat heeft dit tot gevolg?
Ik ga morgen een hoofddoek aantrekken en Filip Dewinter eens 'oep z'n mulle sloan'; zo heeft die jongen ook nog eens degelijk bewijs voor zijn standpunten, bij gebrek aan rationele argumenten.
vrijdag, november 26, 2004
Standing down
Genoeg gezeverd, of ik vergeet nog wat ik wou schrijven (vreemd, trouwens, maar ik heb bij 'schrijven' een veel sterkere connotatie van creativiteit, terwijl typen me eerder een menial task lijkt).
Gisteren heb ik 'The Incredibles' gezien. Ondanks wat iedereen er over zei en schreef had ik geen al te hoge verwachtingen; de trailer, waarin Mr. Incredible zich in zijn pak probeert te wringen, deed me immers denken aan 'In de gloria': grappig in het begin, maar lang voor het einde afgezaagd. De trailer zit niet in de film zelf.
Het verhaal is niet meer dan een kapstokje: simpel, voorspelbaar, maar wat had u dan ook verwacht.
De graphics (want dat zijn het, willen of niet) zijn ronduit subliem en bij sommige scenes zonder mensen leek het haast echt, je te jure. De 'acteurs' zijn allemaal tot in de details gemodelleerd (?) naar de perfecte stereotiepen en passen perfect, evenals de stemmen die elk personage volledig tot hun recht laten komen (en Holly Hunt klinkt als Jodie Foster. Ook een Canadese?).
Een groot deel van de humor vloeit voort uit de combinatie tussen een dagdagelijks gezinsleven en vijf gezinsleden met superkrachten ('No forcefields in the house! - 'You started it!) en is enorm leuk. Niet alles volgt de pure logica, maar het blijft wel logisch in z'n eigen continuüm (i.t.t. Alien vs. Predator, bijvoorbeeld).
Ook de muziek verdient een vederbos; ze past perfect, zonder echt op te vallen, terwijl ze zowel de actie als het vreemde 70's sfeertje versterkt. 70's sfeertje? Wel, ja, vreemd genoeg hangt er een vage James Bond meets the Thunderbirds waas over het geheel, die ik persoonlijk zeer te smaken vond.
Maar zoals ettelijke miljoenen wijze mannen reeds hebben gezegd: over smaken en kleuren valt niet te twisten (taal naar keuze), dus ga de film zien en geniet in stilte...
vrijdag, november 19, 2004
donderdag, november 18, 2004
Het toastje bij de korrel zout
In het volgende geval kan u echter best de halve Dode Zee ontginnnen.
Het is maar dat u het weet...
Algemene Kunde
Een aflopende zee,
veelkleurig en luid;
maar ik vind je altijd,
en staar naar je melkbruine huid.
Niemand luistert naar wie spreekt,
maar mijn oren werken zelfs niet meer,
want ik hoor je gezicht en je haar,
ik proef je gefluister en ik ruik je hart,
die ene keer...
Zo mooi, zo puur,
ik voel me vies, vuil;
wie ben ik om dit te ontheiligen?
Ik drink, en ik huil.
woensdag, november 17, 2004
Zelfevaluatie
Misschien ben ik te archaïsch, misschien ben ik te idealistisch of misschien ben ik gewoon zo schizofreen dat ik mijn utopie niet meer van de echte wereld kan onderscheiden - wel, op de momenten dat deze doorbroken wordt na.
U weet dat ik van voorbeeldjes houd (of bij gebrek hieraan, beeldspraak) dus ga ik ze u ook deze keer niet onthouden.
Toen ik vanmiddag even na zessen, en na veel vijfen en zessen (die opdringerige vriendinnen altijd) op de tram was geraakt, kon ik weer voor de zoveelste keer alleen maar meewarig mijn hoofd schudden. Het was niet druk, maar ook verre van leeg. Ik had me iets achter de middelste deur geplaatst, evenwijdig met de rijbaan zodat ik zo min mogelijk de doorgang blokkeerde. Een beetje achter mij zaten er twee mensen op een dubbel bankje die elkaar niet kenden, aangezien degene aan de binnenkant half met zijn rug naar de andere zat en aan het babbelen was met iemand die rechtstond. En het was die persoon wiens gedrag mij schokte. Hij stond haaks op de rijbaan en nam drie vierde van het gangpad in, hetgeen natuurlijk min of meer zijn goed recht is. Toen er echter iemand met een tamelijk grote rugzak naar achter wou, bewoog hij niet. Hij verschoof zich nog geen millimeter, zodat de andere tegen het stoeltje ernaast en half over de persoon die erop zat gedrukt werd. De man bleef voort babbelen alsof er totaal niets aan de hand was.
Why, oh, why?
Nu, goed, dit komt van iemand die zijn muziek veel zachter zet als hij op trein, tram of bus zit om zijn medereizigers niet te storen en bij het wandelen rondspringt als een dartele hinde om andere mensen te ontwijken.
Ach, misschien moet ik het maar gewoon opgeven en mij ook beginnen te gedragen alsof ik alleen nog maar rechten heb, en geen plichten meer, sociale of andere. Kwestie van geen paria te worden...
dinsdag, november 16, 2004
Dinsdagnamiddag; 16:50
Ze zat vier rijen voor mij - recht voor mij - en ik kijk naar haar terwijl ze zich op de tamelijk plotse winterkoude begint te kleden.
Op weg naar buiten word ik tegengehouden om nog een blad te krijgen van een les die ik had gemist. Wanneer ik opnieuw naar haar wil kijken, is ze weg. Ik blijf dan ook niet babbelen zoals ik normaal doe, maar wandel gezwind de trappen op.
De eerste keer dat ik haar had aangesproken was zij me toevallig voorbijgewandeld, alleen, en ben ik erin geslaagd om met trillende benen haar naam te vragen. Een week later had ik haar via dezelfde weg zien wandelen, maar was ze vergezeld van 2 vrienden: ik te timide.
Nu volgde ik dezelfde weg, in de hoop haar te kunnen vragen of ze niet onmiddelijk iets wou gaan drinken.
Helaas, ik kom aan de plaats waar ik vermoed dat ze haar tram neemt, zonder haar te zien. Een halve minuut later is ze nog steeds niet in zicht en wandel ik door. Via een omweg richting huis, ik kom nog mensen tegen, uiteindelijk pak ik toch een tram.
Als ik afstap besluit ik om thuis nog even uit te stellen. De muziek die door mijn oortjes komt vang ik nog amper op; ik wandel slechts, een voet voor de andere, het dichtste dat ik ooit zal komen bij een meditatieve staat.
Op het plein aangekomen zet ik me neer en steek ik een sigaret op. De koude raakt me niet echt meer.
Ik geloof eerst niet goed wat ik zie, knipper, kijk weg, trek van mijn sigaret. Haar lippen bewegen nu en ik haast me om de oortjes uit mijn oren te trekken.
"Dag, Folker." zegt ze nogmaals.
Het normale 'Goeieavond.' verandert op weg naar mijn mond in "Wat doe jij hier?"
Haar mondhoeken zakken een beetje. "Ben je niet blij om me te zien?"
Ik schuif symbolisch een beetje op en klop met mijn vlakke hand naast me op de stenen trede.
"Integendeel, ik had het gewoon niet verwacht."
Haar schoonheid betovert me eens te meer; ik weet niet meer wat te zeggen en haal dan maar mijn pakje sigaretten boven. Ze weigert beleefd.
"Nee, dank je. Ik rook niet."
Ik gooi mijn eigen sigaret weg.
"Ik ben je gevolgd."
Mijn hart springt op.
"Ik wou niet meer wachten tot vrijdag, maar je verdween elke keer voor ik iets kon zeggen. Het is maar goed dat onze halve richting door jou weet wie ik ben, blijkbaar."
Ik ontwijk haar blik en begin te blozen, in de war over of dit nu een verwijt is of niet.
"Folker."
Ze pakt mijn hand vast en ik kijk haar aan.
"Nu ben ik pas je engeltje."
Haar lippen op de mijne; geluk is helemaal niet moeilijk te bereiken...
Ziet u? Dit is waarom ik mijn wereld prefereer boven die van jullie: in die van mij is alles veel simpeler, tot en met de relativiteit van realiteit...
zondag, november 14, 2004
Er zijn dingen die een mens beter binnenskamers kan houden
Dit is, zoals u zelf kan lezen, een comment op 'Een trutje'.
Eerst en vooral een aantal verduidelijkingen:
Ik heb niets tegen homo's, nooit gehad; daarenboven ben ik zelf al veel te vaak voor fag, choco, homo, en wat nog allemaal meer uitgemaakt om het zelf nog zonder schuldgevoel te doen, dus dat zal ik ook slechts zeer sporadisch doen en enkel bij mensen die weten dat ik een grapje maak.
Ik heb ook niets tegen perversies (let wel, ik maak een hemelsbreed verschil tussen de twee, en dat niemand anders durft te beweren), zolang ze binnenskamers blijven, of toch alleszins de medemens niet storen. Uitwerpselen, latex, dieren, doe ermee wat je wil, zolang je er mij maar niet mee lastigvalt.
Ik heb echter wel iets tegen opdringerige mensen, op sociaal vlak, maar nog veel meer op relationeel/sexueel vlak. Zo was er in Thailand een jongen die blijkbaar verliefd op mij was, of alleszins op mij kickte, en die na herhaaldelijke afwijzingen alleen maar hardnekkiger werd.
Not nice, en ik ben er zeker van dat dat beaamd zal worden door minstens een paar vrouwen (mannen lijken sneller opdringerig te zijn, lijkt me). Ook opdringerige vrouwen verdienen kletsen; ze mogen dan zeldzamer zijn, ze zijn er wel.
Deze trut, die de comment heeft geschreven, overtreedt twee van wat eigenlijk sociale basisregels zijn.
Ten eerste getuigt zijn voorstel van een enorme mate van perversiteit en aangezien hij mij kent (alle tekenen wijzen in die richting) weet hij sowieso dat dat niet mijn ding is; de anderen (u, de lezer dus) hebben hier waarschijnlijk nog minder boodschap aan (en is dit wel zo, het internet is groot, u amuseert zich wel).
Ten tweede heb ik al duidelijk laten merken dat ik zijn manier van doen niet kan apprecieren, maar zijn enige reactie daarop is een verdubbeling van de inspanning die hij levert om zijn uitspraken ver onder de grens van de marginaliteit te houden.
Waar mensen hun energie allemaal insteken en me mijn energie aan laten verspillen...
woensdag, november 10, 2004
Davdmc; deel 3
Persoon a zegt: 'toestand A is me zo vreemd, dat het me overvalt op die zeldzame momenten dat het voorkomt.
Persoon b zegt: 'a, jij bent Mister A!'
Hoe komt dit? Stupiditeit? Onoplettendheid?
Niettemin, een van de twee is een leugenaar, en de grootste authoriteit op het vlak van persoon a is misschien niet persoon a zelf, maar hij zal er - i.t.t. persoon b - alleszins zeer dicht bij in de buurt komen.
ps: Ik ga een paar dagen aan weblog onthouding doen, of ik ga het minstens proberen. Kwestie van het niveau boven het absolute nulpunt te houden en mijn inspiratie terug een beetje op pijl te brengen. En omdat ik hoop om tijdens de komende vier dagen veel te studeren en weinig te doen...
Een trutje
Er is onlangs echter nog een trutje opgedoken die een andere mening propageert.
Hoewel, neen, dat is misschien niet helemaal juist. Aan een andere mening zou ik mij niet zó hard ergeren.
Want wat doet dit trutje? Het zevert, vulgair, nietszeggend, nietsbetekenend, plat, pervers.
Maar waarom?
Misschien is zijn leven zo oninteressant, waarschijnlijk is hij zeer eenzaam.
Arm kindje...
dinsdag, november 09, 2004
Voer voor voyeuristen
Het is mogelijk dat ik iets te opgetogen gereageerd heb. Het is mogelijk.
Toen ik zei 'ik ga nu volgende week iets met haar drinken' was dat eigenlijk een persoonlijke interpretatie, aangezien ze had gezegd dat ze me volgende week (deze week, ondertussen) ging laten weten wanneer we iets gaan drinken.
Het betreft, zo vertelde ze me vandaag, volgende week vrijdag.
Als gevolg hiervan heb ik mijn irrationeel optimisme ingevroren en plaats laten ruimen voor pseudo rationele scepsis. Ik verklaar mij nader. Ze heeft natuurlijk geen enkele reden om enthousiast te zijn, integendeel zelfs, want nu ik er over nadenk, lijk ik eerder over te komen als bizar en opdringerig.
Het plan om haar vandaag aan te spreken heb ik ook maar laten varen, om die indruk niet nog te versterken. Enfin, dat houd ik mezelf toch voor, maar eigenlijk heb ik ze gewoon nooit alleen getroffen.
Diep vanbinnen ben ik een klein, verlegen jongetje.
Aan de buitenkant ben ik een verlegen jongetje.
Tja...
...
Ze moet niet tijdloos, stralend of verheven zijn. Geen maan aan de voeten, noch een deken van sterren rond de schouders; geen eeuwige trouw, laat staan een trouwe eeuwigheid.
Want als liefde ís, is ze al mooi genoeg...
zondag, november 07, 2004
De ondraaglijke onzinnigheid van mijn log
Inderdaad.
Dus, bij deze, prozaïsche sf poëzie, of poëtisch sf proza, u mag zelf kiezen.
En durf nu nog eens te beweren dat ik met dit alles een bedoeling heb.
Tot stof zult gij wederkeren
Folker Debusscher
De nutteloosheid van het leven stond in scherp contrast met het belang van het zijn.
Geconcentreerd licht vulde de oneindige leegte, de zielen van de soldaten vulden de hel.
Twee strijdende vloten; reusachtige vormloze wezens met ontelbare tentakels.
Een onbeschrijfbare poëzie die werd verdronken in het geschreeuw van de stervenden.
Drie verlieten er de basis, zonder versterking, zonder hoop, alleen met elkaar.
Niet meer dan vliegen tussen de monsterformaties; nog minder tegen de galactische achtergrond.
Hun gedachten waren eenduidig; de energie gebundeld, de tranen reeds vergoten.
Zij waren niet gedoemd tot sterven; zij waren al dood.
Alfa, Bèta en Gamma zochten hun weg zorgvuldig tussen explosies en wrakken.
Het doel was alles; falen een al te waarschijnlijke optie.
Angst noch woede dreef hen voort; het was kille wraak die hen naar het hart van het beest leidde.
Geen man, vrouw of kind had ooit hun hart tot liefde beroerd; hun volk des te meer.
Nu de eer van hun mensen was ontnomen, trokken de drie – familie in ziel – ten strijde.
De aartsvijand, het beest; recht voor hen, dichter elke tikkende seconde.
Het lag te wachten, onzeker over het onbekende dat ze brachten.
Elke verdediging die met analytische kilheid werd omzeild deed de angst toenemen.
Als een dodelijk gewond dier begon het alle kanten uit te slaan.
Het enige gevolg was dat de pijl dichter naar het hart drong.
Een licht sidderen en een sidderend wit licht.
De dodelijke lading was vertrokken, het einde te dicht om te bevatten.
De drie wisten het, een kort ‘vaarwel’ het enige afscheid.
Een tweede zon gloeide feller dan de eerste, vraatzuchtiger dan de twee monsters die het vernietigde.
Na het halve moment drukte de duisternis en de stilte van het niets harder dan ooit.
De overlevenden keerden terug; naar vrouw en kinderen, naar ouders, naar de haard.
Naar huis.
De oorlog was voorbij; iedereen had gedaan wat hij moest doen.
De rest was een zorg voor anderen.
Voor later.
En ja, ik weet ook wel dat het geen goed proza is, noch mooie poëzie, noch degelijke science-fiction.
Maar ik kan nu wel sterven in de wetenschap dat ik iets gecreëerd heb dat buiten de sleur van het alledaagse valt. And that's a start...
zaterdag, november 06, 2004
Davdmc; deel 2
Het gaat namelijk over de herhaling die mensen in hun conversaties leggen, en dan meerbepaald in discussies. Waarom is dit precair? Omdat het onbewust gebeurt, en omdat ik dus zelf ook niet met volledige zekerheid kan zeggen dat ik mij er niet aan bezondig.
Maar laat ik het even wiskundig proberen uit te leggen (eens te meer educatieve misvorming, maar deze keer al iets ouder).
Geval 1:
Persoon a heeft een stelling A en legt deze voor aan persoon b. b plaatst hier zijn eigen stelling B tegenover. Het verdere verloop is dan simpelweg a:A b:B a:A b:B ad infinitum.
Volledig naast elkaar, deze discussie is even nuttig als pissen op een fritketelbrand.
Wie doet nu zoiets, hoor ik u al vragen. Wel, goed, misschien is dit iets té gesimplifieerd. On recommence:
Geval 2:
Persoon a heeft een stelling A en legt deze voor aan persoon b. b plaatst hier zijn eigen stelling B tegenover. Om dit te counteren gooit a echter stelling A' in de strijd, hetgeen echter niets anders is dan oude wijn in nieuwe zakken, een herformulering van A. b kan dit natuurlijk niet zomaar over zich heen laten gaan en zegt vol overtuiging: B'. Enzovoort, etcetera, ...
Dit gebeurt wel degelijk, en is uiteindelijk niets anders dan een gecamoufleerde versie van geval 1. Maar niemand doet dit met opzet, natuurlijk, en daar ligt het grote probleem. Want hoe leer je iets af dat je niet wil doen en waarvan je slechts zelden weet dàt je het doet?
Zoals ik al zei, ook ik durf niet met mijn hand op mijn hart te beweren dat ik mij er nooit door laat vangen (wel, goed, ik druf het wel, maar ik zou het zelf niet geloven).
Mijn enige advies is het volgende:
Als je na tien minuten discussie nog altijd aan exact hetzelfde onderwerp zit, verleg je subject dan, of stop de discussie, want de vruchtbare periode is al lang voorbij, en het enige wat er nog inzit, is niets...
donderdag, november 04, 2004
Joepie!
Haar gezicht verwerd tot een oogverblindende glimlach (ik weet niet of het werkwoord op die manier bestaat, maar u snapt me wel). Ik ga u het gesprek besparen, maar ik ga nu volgende week iets met haar drinken, en er is slecht één uitdrukking die mijn gemoedstoestand momenteel kan weergeven: 'giddy as a schoolgirl'.
Ah, jong zijn, het is toch mooi.
woensdag, november 03, 2004
Waagstuk
Folker moet naar school."
"Wat is de herfstvakantie?"
maandag, november 01, 2004
De wijze levensles voor vandaag
(En kijk, weer een open deur ingetrapt)
zondag, oktober 31, 2004
De achteruitgang van de moderne communicatie
Even voor alle duidelijkheid: ik zit nu in mijn eerste bachelor Nederlands-Engels en hecht al zeer lang een grote waarde aan taal en taalgebruik. Ik heb een tijdje enorm gemuggenzift over de fouten van anderen (grammaticale en lexicale fouten, want qua uitspraak ziet deze ketel ook zwart), maar na enkele mensen op die manier tot ver boven hun kookpunt te hebben gebracht, ben ik hier maar wijselijk mee gestopt.
Dat de moderne communicatie achteruitgaat is tamelijk algemeen aangenomen. Ik betwijfel of ik hier iets aan toe te voegen heb, maar een achtienjarige bejaarde als ik moet af en toe eens goed kunnen klagen.
Aangezien ik een enorme afkeer heb van structuur, zal ik mijn kritiek mooi in puntjes onderverdelen.
Ten eerste is er natuurlijk de turbotaal. Deze rommel wordt voornamelijk in smsjes en op het internet gebruikt door de generatie aan de andere kant van de kloof en de lagere sociale klassen. Het is in wezen geschreven spreektaal, met in de hoofdzaak het weglaten of vervormen van klanken, zoals eind 'n'en en het afgrijselijke 'ru' in plaats van 'are you', om er maar enkele te noemen.
Ik probeer mijzelf hier zoveel mogelijk van te sparen door mensen die mij op deze manier een mes in het hart ploffen uitdrukkelijk te zeggen dat ik alle interactie zal afbreken indien deze niet geschreven is in iets dat, al is het maar van ver, lijkt op AN.
Let wel, het gaat dan om smsjes, chat of e-mail (bij echte brieven ben ik het gelukkig nog niet tegen gekomen), want ik besef best dat dit qua spreektaal een heel stuk moeilijker is.
Wat ik me hierbij vooral afvraag is 'waarom'. Voor de insignificante fractie van de seconde die gewonnen wordt (terwijl deze dan eigenlijk gewoon wordt afgenomen van de lezer, aangezien deze dan ook nog eens moet ontcijferen)? Omdat het 'cool' is (en bij deze dus aan iedereen die dat vindt: Neen! Het is stom, onhebbelijk, kinderlijk, primitief en zo kan ik nog wel even doorgaan).
Verander de wereld, begin met uzelf. Alsjeblief.
Het tweede puntje...
Eigenlijk is dit 'the point of origin', het oorspronkelijke idee, maar ik ga het nu laten voor een volgende post, zodat u al tijd hebt om deze informatie (en aanmaning, in enkele gevallen) volledig tot u te nemen.
woensdag, oktober 27, 2004
Eenzaam en vermoeid
Van nature heb ik geen enkel probleem met alleen zijn. Het gebeurt soms dat ik tijdens de vakantie een week lang enkel mijn gezinsleden zie (en dan nog zeer sporadisch) terwijl ik mij bezig houd met films, spelletjes en schrijfsel (zowel die van mij als die van anderen).
Eenzaamheid is mij zo vreemd dat het mij des te harder treft in een uitzonderlijk moment als dit.
Ik heb vannacht acht uur geslapen.
Great story, Folker.
Wel, eigenlijk is dit geen verhaal, aangezien een verhaal per definitie uit een reeks gebeurtenissen bestaat waartussen er een verband is, en dit is slechts één gebeurtenis.
Maar dit even geheel terzijde (brrr, dit soort beroepsmisvorming na minder dan twee maanden universiteit).
Niettemin, ik heb de afgelopen drie weken gemiddeld zes uur per nacht geslapen, hetgeen ruim voldoende was.
Nu ineens een vlotte acht uur zorgde ervoor dat ik ongelooflijk moe was toen ik opstond. Dit kan misschien vreemd lijken, maar onthoud dat dit een deel is van een reeks die de eigenaardigheden van de mens behandelt.
Nadat ik met veel moeite uit mijn bed gevallen was - en dat wordt moeilijk als zelfs een arm opheffen veel inspanning kost - heb ik mij zo goed en zo kwaad het kon doorheen de dag gesleept; hell, ik ben zelfs naar alle lessen geweest!
Oh, my hero!
Dank je, dank je, ik weet het.
Achteraf ben ik nog even naar de doop van 'mijn' studentenclub gaan kijken. Dit was walgelijk, maar mijn mening hierover zal ik u binnenkort nog wel eens in het lang en breed verhalen.
Ik ben thuisgekomen rond een uur of zes, half zeven.
Ondertussen heb ik gegeten, 'Team America' gezien (ranzig hilarisch) en nog een aantal afleveringen van 'Family Guy' bekeken (absurd hilarisch).
En al die tijd knaagde er iets aan mij, iets dat ik niet direct kon plaatsen omdat het mij zo vreemd was (een beetje zoals ik maandstonden moeilijk zou kunnen plaatsen moest het mij nu ineens overkomen, hoewel ik er al meer dan genoeg over gehoord heb): eenzaamheid.
Niet de ridicule, zelfmedelijdende existentiele eenzaamheid, maar een soort ik-voel-me-alsof-er-geen-mens-in-kilometers-omtrek-is-eenzaamheid.
Zeggen dat ik toch via MSN Messenger contact kan hebben is zeggen dat de fiets even snel naar de maan kan als een ruimteveer. Telefoneren is me te duur en ik ben te moe om mijn huis nog te verlaten...
Hé, Folker, you stupid sissy.
Pff, sorry voor al dit pathetisch gewauwel, ik denk dat ik eens in mijn bed ga kruipen, heel alleen...
ps: nog geen enkele vorm van vervolg trouwens, helaas...
dinsdag, oktober 26, 2004
Het is vreemd hoe onzeker een mens kan zijn...
Daar lag ik dan, overgeleverd aan mijn meedogenloze gedachten.
Iets dat de laatste tijd grijs vermalen wordt in mijn hoofd is iemand die ik 'het mooiste meisje van mijn faculteit' gekroond heb.
Maar ik betwijfel of zij dat weet.
Meer dan een sukkelig en - laten we eerlijk zijn - tamelijk lullig 'Puur uit nieuwsgierigheid, maar wat is je naam?' heb ik nog niet tegen haar gezegd.
Dus toen ik daar woelend lag te draaien vormde er zich een plan in mijn hoofd, geniaal in al zijn simpelheid: ik zou haar aanspreken!
Uiteindelijk heb ik nog een uur of drie mogelijke conversaties afgelopen (en ik was pas om half twee in mijn bed gekropen, mind you); mogelijke openingszinnen, mogelijke antwoorden, dat soort dingen.
U begrijpt dat dit tamelijk nutteloos is.
Maar ach, als een mens niet meer is dan een spatje op de intergalactische voorruit, dan zijn voornemens (en zeker de mijne) niets meer dan het licht van een straatlantaarn gezien vanuit een voorbijrijdende auto: een korte flits, en dan niets meer...
Toen ik om negen uur met veel moeite uit mijn bed rolde, restte mij dan ook enkel nog de vage herinnering aan mijn (over)moedige plannen.
Ook anderhalf uur later, eens ik de aula was binnengesukkeld, had ik nog geen ruggegraat gekweekt, blijkbaar. Ik zag het engeltje immers zitten, heel alleen te wachten op haar vriendinnen.
Maar grijpt Folker deze unieke kans, gaat hij radicaal tot dialoog over om zo nieuwe mogelijkheden te ontsluiten? Neen!
De idioot die dit schrijft heeft er uiteindelijk niets beters op gevonden om tijdens de les een briefje op een blad te flansen (geruit A4 dan nog, by Jove!) en dit aan haar te geven.
Enige reactie is de rest van de dag uitgebleven.
Wordt hopelijk vervolgd.
maandag, oktober 25, 2004
Champagne and cigarettes
Niettemin, de champagne is er en nu heeft het ineens twee evenementen om zich mee te amuseren.
Momenteel is het doel simpelweg lol; ik heb niets te vertellen, maar pro forma is een richtpunt op zich. Misschien zal er, naarmate de tijd gezwind wegtikt, wel een of andere ideologie de kop op steken, maar ik ga er vanuit dat u daar niet in geïnteresseerd bent, evenmin als ik.
Ik doe me graag bescheiden voor; laten we hopen dat ik het volhoud...
ps: en wat die sigaretten betreft: een mens moet zijn schrijversimago in stand houden, n'est-ce pas?